‘Zijn plannen hoeven niet te veranderen. Magister Illyrio is een vriend van het huis Targaryen, en gefortuneerd…’
‘Hij is niet met dat fortuin geboren. In de wereld die ik ken wordt niemand rijk door aardig te zijn. De heksenmeesters zeiden dat het tweede verraad om
‘Zijn huid.’ Aan de andere kant van de kooi bewoog Drogon rusteloos, en stoom steeg op uit zijn snuit. ‘Mirri Maz Duur heeft me verraden, en daarvoor heb ik haar verbrand.’
‘Mirri Maz Duur was in uw macht. In Pent os bent u in de macht van Illyrio. Dat is niet hetzelfde. Ik ken de magister even goed als Hij is een arglistig man, en slim…’
‘Ik kan wel arglistige mannen gebruiken als ik de IJzeren Troon wil terugwinnen.’
Ser Jorah snoof. ‘Die wijnverkoper die u probeerde te vermoorden was ook arglistig. Arglistige mannen broeden eerzuchtige plannen uit.’
Dany trok haar benen op onder de deken. ‘U zult mij beschermen. U en mijn bloedruiters.’
‘Vier man?
Zijn kaakspieren spanden zich. ‘Uw weg is gevaarlijk, dat zal ik niet ontkennen. Maar als u blindelings vertrouwt op elke leugenaar en intrigant die uw pad kruist zult u net zo eindigen als uw broers.’
Zijn koppigheid maakte haar boos.
‘Hij is niet wat hij voorgeeft te zijn. Hij spreekt vrijmoediger met u dan enige schildknaap zou durven.’
‘Hij sprak vrijuit op mijn bevel. Hij kende mijn broer.’
‘Een heleboel mannen kenden uw broer. Uwe genade, in Westeros heeft de bevelhebber van de Koningsgarde zitting in de kleine raad en dient de koning met zijn verstand zowel als met zijn wapens. Als ik het voornaamste lid van uw Koninginnengarde ben dan smeek ik u, hoor mij aan. Ik wil u een plan voorleggen.’
‘Wat voor een plan? Vertel op.’
‘Illyrio Mopatis wil u terughebben in Pentos, onder zijn dak. Heel goed, gaat u naar hem toe … maar op het tijdstip van uw keuze, en niet alleen. Laten we maar eens zien hoe trouw en gehoorzaam die nieuwe onderdanen van u werkelijk zijn. Beveel Groleo om koers te zetten naar de Baai der Slavenhandelaren.’
Dany was er niet zeker van of dat haar wel aanstond. Alles wat ze ooit had gehoord over de vlees markten in de grote slavensteden Yunkai, Mereen en Astapor had even onheilspellend en angstaanjagend geklonken. ‘Wat heb ik in de Baai der Slavenhandelaren te zoeken?’
‘Een leger,’ zei ser Jorah. ‘Als Sterke Belwas u zo goed bevalt kunt u nog honderden anderen als hij uit de vechtkuilen van Mereen uitkopen … maar ik zou koers zetten naar Astapor. In Astapor kunt u Onbezoedelden kopen.’
‘Die slaven met de bronzen piekhoeden?’ In de Vrijsteden had Dany Onbezoedelden gezien die als poortwachters dienden bij magisters, archonten en dynasten. ‘Wat moet ik met Onbezoedelden? Ze rijden niet eens paard, en de meesten zijn dik.’
‘De Onbezoedelden die u mogelijk in Pentos en Myr hebt gezien waren huiswachten. Dat is geen zware dienst, en eunuchen zijn altijd tot vetzucht geneigd. Eten is de enige ondeugd die hun veroorloofd is. Alle Onbezoedelden beoordelen naar een paar oude huisslaven is net zoiets als alle schildknapen naar Arstan Witbaard beoordelen. Kent u het verhaal van de Drieduizend van Qohor?’
‘Nee.’ De deken gleed van Danys schouder, en ze propte hem weer op zijn plaats.
‘Het is vierhonderd jaar of langer geleden, dat de Dothraki voor het eerst uit het oosten gereden kwamen en alle kleine en grote steden op hun weg plunderden en in brand staken. Hun aanvoerder was
De Qohorik wisten dat hij eraan kwam. Ze versterkten hun muren, verdubbelden de omvang van hun eigen wacht en huurden daarnaast nog twee compagnieen, de Stralende Banieren en de Tweede Zonen. En bijna als een inval achteraf werd er ook nog iemand naar Astapor gestuurd om drieduizend Onbezoedelden te kopen. Het was een lange mars terug naar Qohor, en toen ze naderden zagen ze de rook en het stof en hoorden het verre lawaai van een veldslag.
Tegen de tijd dat de Onbezoedelden de stad bereikten was de zon onder. Kraaien en wolven deden zich onder aan de muren te goed aan het overblijfsel van de zware ruiterij van Qohor. De Stralende Banieren en de Tweede Zonen waren gevlucht, zoals huurlingen altijd doen als ze hopeloos in de minderheid zijn. Omdat de avond viel hadden de Dothraki zich in hun eigen kampen teruggetrokken om te drinken, te dansen en feest te vieren, maar niemand twijfelde eraan dat ze de volgende dag zouden terugkomen om de stadspoort te rammeien, de muren te bestormen en naar hartenlust te verkrachten, te plunderen en slaven te maken.
Maar toen Temmo en zijn bloedruiters bij het ochtendkrieken met hun
De Dothraki gingen tot de aanval over. De Onbezoedelden sloten hun schilden aaneen, brachten hun speren in de aanslag en hielden stand. Ze hielden stand tegen twintigduizend schreeuwers met belletjes in het haar.
Achttien keer kwamen de Dothraki aanstormen en braken ze op die schilden en speren stuk als golven op een rotskust. Driemaal zond Temmo zijn boogschutters met een boog om hen heen, en het regende pijlen op de Drieduizend, maar de Onbezoedelden hielden slechts hun schilden boven hun hoofd tot de bui over was. Uiteindelijk waren er nog slechts zeshonderd over … maar er lagen meer dan twaalfduizend Dothraki dood op het slagveld,
Sinds die dag bestaat de stadswacht van Qohor uitsluitend uit Onbezoedelden, die allemaal een lange speer dragen waaraan een vlecht van mensenhaar hangt.
‘Draken zullen in Astapor een even groot wonder zijn als in Qarth. Het kan zijn dat de slavenhandelaren u net als de Qarthijnen met geschenken zullen overstelpen. Zo niet … deze schepen vervoeren meer dan alleen uw Dothraki en hun paarden. Ze hebben handelswaar ingeladen in Qarth, ik ben in de ruimen geweest en heb het zelf gezien. Balen zijde en balen tijgervel, amber, jaden siersnijwerk, saffraan, mirre… slaven zijn goedkoop, uwe genade. Tijgervellen zijn kostbaar.’
‘Het zijn
‘En Illyrio is een vriend van het huis Targaryen.’
‘Des te meer reden om zijn koopwaar niet te stelen.’
‘Waar zijn gefortuneerde vrienden goed voor als ze u hun fortuin niet ter beschikking stellen, mijn koningin? Als magister Illyrio ze u onthoudt is hij slechts een Xaro Xhoan Daxos met een vierdubbele onderkin. En als hij uw zaak oprecht toegedaan is zal hij u drie scheepsladingen handelswaar niet misgunnen. Kunnen zijn tijgervellen
