Koninkrijken… tot de prins uit Dorne die de Rode Adder werd genoemd de jeugdige erfgenaam van Hooggaarde in een toernooi had verminkt.
‘Prins Doran komt op uitnodiging van mijn zoon,’ zei heer Tywin kalm, ‘en niet alleen om aan de feestelijkheden deel te nemen, maar ook om zijn zetel in de raad in te nemen en de gerechtigheid te eisen voor de moord op zijn zuster Elia en haar kinderen die hem door Robert was onthouden.’
Tyrion observeerde de gezichten van de heren Tyrel, Roodweyn en Rowin en vroeg zich af of een van hen het lef zou hebben om te zeggen: ‘Maar heer Tywin, was u het niet die de lijken aan Robert toonde, van top tot teen in Lannister-mantels gewikkeld?’ Ze deden het geen van drieen, maar hun gezicht sprak boekdelen.
‘Als de koning met uw Marjolij getrouwd is en Myrcella met prins Trystan zullen wij allen een groot huis zijn,’ hield ser Kevan Hamer Tyrel voor. ‘De vijandschap moet verleden tijd blijven, dunkt u ook niet, heer Hamer?’
‘Dit is de bruiloft van mijn dochter…’
‘En die van mijn kleinzoon,’ zei heer Tywin ferm. ‘Dat is toch niet de plaats om vroegere twisten uit te vechten?’
‘Met Doran Martel heb ik geen ruzie,’ hield heer Tyrel vol, al klonk zijn stem meer dan een beetje haatdragend. ‘Als hij in vrede het Bereik over wil steken hoeft hij mij slechts om verlof te vragen.’
‘Driehonderd Dorners hoeven onze plannen niet te verstoren’ zei Cersei. ‘We kunnen de krijgsknechten op de binnenplaats te ‘eten geven, voor de jonkertjes en hooggeboren ridders een paar extra banken in de troonzaal persen en voor vorst Doran een ereplaats op het podium zien te vinden.’
‘Misschien kunnen we tot een aangenamer taak overgaan,’ zei heer Tywin. ‘De vruchten van de overwinning zijn klaar om verdeeld te worden.’
‘Niets heerlijker dan dat,’ zei Pinkje, die zijn eigen vrucht, Harrenhal, al had opgeslokt.
Elke heer had zo zijn eisen: dit slot en dat dorp, stukken land, een stroompje, een bos, de voogdij over bepaalde minderjarigen die na de veldslag vaderloos achtergebleven waren. Gelukkig waren dergelijke vruchten in overvloed beschikbaar en kreeg iedereen zijn weesjes en kastelen. Varys had lijsten. Zevenenveertig onbeduidende jonkertjes en zeshonderdnegentien ridders waren omgekomen onder het vurige hart van Stannis en zijn Heer des Lichts, samen met ettelijke duizenden gewone krijgsknechten. Aangezien dat allemaal verraders waren, werden hun nazaten onterfd en hun grondgebied en kastelen geschonken aan hen die trouwer waren gebleken.
Hooggaarde haalde de rijkste oogst binnen. Tyrion bezag de ampele buik van Mace Tyrel en dacht:
Kleinere lappen grond vielen heer Rowin toe en werden voor heer Tarling, vrouwe Eikhart, heer Hoogtoren en andere afwezige grootheden gereserveerd. Heer Roodweyn vroeg slechts om dertig jaar ontheffing van de belastingen waarmee Pinkje en zijn wijnfactoors een aantal van de beste wijnen van het Prieel hadden bezwaard. Toen daarmee ingestemd werd, verklaarde hij dat hij uiterst tevreden was en stelde voor een vaatje guldenwijn uit het Prieel te laten komen om een heildronk op de goede koning Joffry en zijn wijze en milddadige Hand uit te brengen. Toen verloor Cersei haar geduld. ‘Joff heeft behoefte aan zwaarden, niet aan heildronken. Zijn rijk wordt nog steeds door usurpatoren en zelfbenoemde koningen geteisterd.’
‘Maar niet lang meer, denk ik,’ zei Varys zalvend.
‘Er blijven nog enkele zaken over, heren.’ Ser Kevan raadpleegde zijn papieren. ‘Ser Addam heeft een paar kristallen uit de kroon van de Hoge Septon gevonden. Het lijkt nu wel zeker dat de dieven de kristallen eruit gebroken en het goud gesmolten hebben.’
‘Onze Vader in den Hoge weet van hun schuld en zal over hen allen richten,’ zei de Hoge Septon vroom.
‘Ongetwijfeld,’ zei heer Tywin. ‘Toch moet u op de bruiloft van de koning gekroond worden. Cersei, laat je goudsmeden komen, we moeten voor vervanging zorgen.’ Hij wachtte haar reactie niet af, maar wendde zich meteen tot Varys. ‘Hebt u verslagen?’
De eunuch trok een perkament uit zijn mouw. ‘Buitengaats bij de Vingers is een kraken gezien.’ Hij giechelde. ‘Geen
‘Draken en kraken interesseren me niet, ongeacht het aantal van hun koppen,’ zei heer Tywin. ‘Hebben uw fluisteraars wellicht ook enig spoor van de zoon van mijn broer gevonden?’
‘Helaas, onze dierbare Tyrek is volkomen spoorloos, de arme, dappere jongen.’ Varys leek de tranen nabij.
‘Tywin,’ zei ser Kevan, voordat heer Tywin zijn zichtbare ongenoegen kon ventileren, ‘een paar van de goudmantels die tijdens de slag zijn gedeserteerd druppelen nu weer in hun barakken binnen in de verondersteling dat ze hun plicht weer hervatten. Ser Addam wil weten wat hij met hen moet doen.’
‘Ze hebben Joff met hun lafheid mogelijk in gevaar gebracht,’ zei Cersei onmiddellijk. ‘Ik wil dat ze terechtgesteld worden.’
Varys zuchtte. ‘Ze hebben zeker de dood verdiend, uwe genade, dat valt niet te ontkennen. En toch doen we er misschien verstandiger aan hen naar de Nachtwacht te sturen. De boodschappen van de Muur zijn de laatste tijd verontrustend. Over wildlingen die in beweging zijn…’
‘Wildlingen, kraken en draken.’ Hamer Tyrel grinnikte. ‘Is er ook iemand die niet in beweging is?’
Dat negeerde heer Tywin. ‘Het is het beste om de deserteurs als lesje te laten dienen. Breek hun met hamers de knieen. Dan lopen ze nooit meer weg, noch enig ander die hen op straat ziet bedelen.’ Hij keek de tafel langs om te zien of iemand van de andere heren het daar niet mee eens was.
Tyrion dacht aan zijn eigen bezoek aan de Muur, en aan de krabben die hij met de oude heer Mormont en zijn officieren had gegeten. Hij herinnerde zich ook de angsten van de ouwe Beer. ‘Misschien kunnen we er een paar de knieen breken om duidelijk te maken waar het op staat. De rest kunnen we dan naar Mars sturen. De Muur is zwaar onderbemand. Als de Muur valt…’
‘…overstromen de wildlingen het noorden,’ maakte zijn vader de zin af, ‘en hebben de Starks en Grauwvreugd nog een vijand om mee af te rekenen. Ze wensen zich kennelijk niet meer aan de IJzeren Troon te onderwerpen, dus met welk recht vragen ze de IJzeren Troon om hulp? Koning Robb en koning Balon eisen beiden het noorden op. Laten zij het dan ook verdedigen, als ze kunnen. En zo niet, dan kan die Mans Roover nog weleens een nuttige bondgenoot blijken te zijn.’ Heer Tywin keek naar zijn broer. ‘Nog meer?’
Ser Kevan schudde zijn hoofd. ‘We zijn klaar, heren. Zijne genade koning Joffry is u ongetwijfeld dankbaar voor uw wijsheid en goede raad.’
‘Ik zou graag een persoonlijk gesprek met mijn kinderen hebben,’ zei heer Tywin, terwijl de anderen opstonden om te vertrekken. ‘En ook met jou, Kevan.’
Gehoorzaam namen de andere raadsleden afscheid. Varys vertrok als eerste, Tyrel en Roodweyn waren de laatsten. Toen de kamer leeg was op de vier Lannisters na sloot ser Kevan de deur.
‘Dat van heer Petyr,’ zei zijn vader, ‘maar het is nuttig als de schatkist in handen van een Lannister is. Je had om belangrijk werk gevraagd. Ben je bang dat je niet tegen de taak opgewassen bent?’
‘Nee,’ zei Tyrion. ‘Ik vrees een valstrik. Pinkje is geslepen en eerzuchtig. Ik vertrouw hem niet. En dat kunt u
