heeft splinters uit de deur geklauwd, kijk maar. En Drogon probeerde te ontsnappen toen de slavenmannen naar hen kwamen kijken. Toen ik zijn staart greep om hem tegen te houden draaide hij zich om en beet me.’ Ze liet Dany de tandafdrukken op haar hand zien.
‘Heeft een van hen een poging gedaan om zich een uitweg te branden?’ Dat was Dany’s grootste vrees.
‘Nee,
Ze kuste de drakenbeet op Irri’s hand. ‘Het spijt me dat hij je pijn heeft gedaan. Draken horen niet in een scheepshut opgesloten te zitten.’
‘Daarin zijn draken net als paarden,’ zei Irri. ‘En ruiters ook. In het ruim krijsen de paarden,
‘Dat weet ik,’ zei Dany, ‘dat weet ik wel.’
‘Is mijn
‘Ja,’ gaf Dany toe.
‘Wil ik de
Dany deed een stapje bij haar vandaan. ‘Nee, Irri, dat hoef je niet te doen. Wat er die nacht gebeurd is toen je wakker werd… je bent geen bedslavin, ik heb je vrijgelaten, weet je nog? Je…’
‘Ik ben de dienstmaagd van de Moeder der Draken,’ zei het meisje. ‘Het is mij een grote eer mijn
‘Dat hoeft niet,’ hield ze vol. ‘Echt niet.’ Ze wendde zich abrupt af. ‘Ga nu maar. Ik wil alleen zijn. Om na te denken.’
Toen Dany aan dek terugkeerde daalde de schemering al over het water van de Baai der Slavenhandelaren. Ze ging aan de reling staan en keek uit over Astapor.
Achter haar klonken zachte voetstappen. ‘
Dany keek niet opzij. Op dit moment was het te veel gevraagd om hem aan te kijken. Als ze dat deed zou ze hem misschien nog een klap geven. Of nog een kus. Zonder te weten wat goed, wat verkeerd en wat waanzin was. ‘Zeg wat u op uw hart hebt, ser.’
‘Toen Aegon de Draak in Westeros voet aan wal zette snelden de koningen van Vallei, Rots en Bereik niet toe om hem hun kroon aan te bieden. Als u werkelijk zijn Ijzeren Troon wilt bekleden moet u die net als hij met staal en drakenvuur veroveren. En dat houdt in dat u bloed aan uw handen krijgt voordat alles achter de rug is.’
‘Uwe genade,’ zei Jorah Mormont. ‘Ik heb Koningslanding gezien nadat het geplunderd was. Er zijn die dag ook baby’s afgeslacht, en oude mensen, en spelende kinderen. Er zijn meer vrouwen verkracht dan u kunt tellen. In iedere man schuilt een wild beest, en als u zo’n man een zwaard of een speer geeft en hem de oorlog in stuurt komt dat beest tot leven. Al wat nodig is om het te wekken is de lucht van bloed. Toch heb ik nooit gehoord dat deze Onbezoedelden hebben verkracht, of een stad over de kling gejaagd of zelfs maar uitgeplunderd, tenzij op uitdrukkelijk bevel van hun aanvoerders. Ze mogen dan misschien van baksteen zijn, zoals u zegt, maar als u hen koopt zullen ze voortaan alleen nog de honden doden die u dood wilt hebben. En voor zover ik mij herinner zijn er wel een paar honden die u dood wilt hebben.’
‘U hebt het oog van een draak,
‘Ik vroeg om een antwoord, niet om een compliment.’
‘Daar zijn twee redenen voor. Astapors dappere verdedigers zijn inderdaad van stro. Oude namen en dikke beurzen die zich vermommen als Ghiscari-gesels en spelen dat ze nog steeds over een uitgestrekt rijk heersen. Het zijn allemaal hoge officieren. Op feestdagen vechten ze in de kuilen schijnoorlogen uit om te laten zien wat een schitterende aanvoerders ze zijn, maar het zijn de eunuchen die het doodgaan voor hun rekening nemen. Niettemin weet elke vijand die Astapor graag zou plunderen dat hij dan de Onbezoedelden tegenover zich zal krijgen. De slavenhandelaars zouden ter verdediging van de stad het hele garnizoen inzetten. De Dothraki trekken al niet meer tegen Onbezoedelden op sinds ze hun vlechten bij de poorten van Qohor hebben achtergelaten.’
‘En de tweede reden?’ vroeg Dany.
‘Wie zou Astapor willen aanvallen?’ vroeg ser Jorahn. ‘Mereen en Yunkai zijn rivalen maar geen vijanden, Valyria is ondergegaan door de Doem, in het oostelijke achterland wonen alleen Ghiscari en achter de heuvels ligt Lhazar. De Lammermensen, zoals uw Dothraki hen noemen, een notoir onkrijgshaftig volk.’
‘Ja,’ beaamde ze, ‘maar ten noorden van de slavensteden ligt de zee van Dothrak, met twee dozijn machtige
‘Meevoeren waarheen? Wat moet je met slaven als je de handelaars doodt? Valyria is niet meer, Qarth ligt achter de rode woestenij en de Negen Vrijsteden bevinden zich duizenden mijlen verder westwaarts. En u kunt ervan op aan dat de zonen van de harpij elke voorbijtrekkende
Dany schudde zijn hand af. ‘Viserys zou alle Onbezoedelden hebben gekocht die hij kon betalen. Maar u hebt eens gezegd dat ik op Rhaegar leek…’
‘Dat weet ik nog, Daenerys.’
‘Uwe genade,’ corrigeerde ze hem. ‘Prins Rhaegar trok op aan het hoofd van vrije mannen, niet van slaven. Volgens Witbaard ridderde hij zijn schildknapen zelf, en nog vele anderen bovendien.’
‘Er was geen grotere eer dan door de prins van Drakensteen tot ridder te worden geslagen.’
‘Vertel me dan eens, als hij een man met zijn zwaard op de schouder sloeg, wat zei hij dan: “Ga heen en dood de zwakken?” Of: “Verdedig hen?” En bij de Drietand, die dappere lieden over wie Viserys sprak, die de dood vonden onder onze draken ba nieren, gaven die hun leven omdat ze in Rhaegars zaak geloofden of omdat ze waren gekocht en betaald?’ Dany keerde zich naar Mormont toe, sloeg haar armen over elkaar en wachtte op het antwoord.
‘Koningin,’ zei de forse man langzaam, ‘het is allemaal waar wat u zegt. Maar Rhaegar heeft bij de Drietand verloren. Hij verloor de veldslag, hij verloor de oorlog, hij verloor het koninkrijk en hij verloor zijn leven. Zijn bloed werd samen met de robijnen van zijn borstharnas door de rivier meegevoerd en Robert de Usurpator reed over zijn lijk om de Ijzeren Troon te roven. Rhaegar streed moedig, Rhaegar streed nobel, Rhaegar streed eervol. En
