‘En waarom denk je dat jij dat weet, jong?’

‘Ik heb ervan gedroomd.’

‘Ik droom ’s nachts weleens van mijn moeder die ik voor negen jaar begraven heb,’ zei de man, ‘maar als ik dan wakker word is ze niet terug.’

‘Er zijn dromen en dromen, heer.’

‘Hodor,’ zei Hodor.

Ze brachten de nacht gezamenlijk door, want het hield pas ruim na donker op met regenen en alleen Zomer leek de grot te willen verlaten. Toen het vuur tot sintels was opgebrand liet Bran hem gaan. Anders dan mensen had de schrikwolf geen last van de nattigheid, en de nacht riep hem. Maneschijn kleurde de vochtige bossen in tinten zilver en verfde de grauwe pieken wit. Uilen krasten in het donker en vlogen geluidloos tussen de dennen, terwijl bleke geiten over de bergflanken liepen. Bran sloot zijn ogen en gaf zich aan zijn wolvendroom over, aan de geuren en geluiden van middernacht.

Toen ze de volgende ochtend wakker werden was het vuur gedoofd en de Klene weg, maar hij had een worst voor hen achtergelaten, en twaalf haverkoeken, keurig in een groenwitte doek gevouwen. In sommige koeken zaten pijnboompitten, in andere bosbessen. Bran at er van allebei een en wist daarna nog niet welke hij het lekkerst vond. Op een dag zouden er weer Starks in Winterfel zijn, zei hij bij zichzelf, en dan zou hij de Klenes ontbieden en hen iedere pijnboompit en bosbes honderdvoudig vergoeden.

Het spoor dat ze volgden was die dag wat makkelijker en tegen de middag brak de zon door de wolken. Bran zat in zijn mandje op Hodors rug en was bijna tevreden. Een keer dommelde hij in, in slaap gewiegd door de soepel zwaaiende tred van de enorme stalknecht en het zachte, neuriende geluid dat hij tijdens het lopen soms maakte. Mira wekte hem door zachtjes zijn arm aan te raken. ‘Kijk,’ zei ze en ze wees met haar kikkerspeer naar de hemel. ‘Een adelaar.’

Bran keek op en zag hem met zijn grauwe wieken gespreid roerloos op de wind drijven. Hij volgde de vogel met zijn ogen toen die in een cirkel opsteeg en vroeg zich af hoe het zou zijn om zo moeiteloos over de wereld te scheren. Zelfs beter dan klimmen. Hij trachtte de adelaar te bereiken, zijn stomme, kreupele lijf te ontstijgen om hoog in de hemel met hem te versmelten zoals hij met Zomer versmolt. De groenzieners konden dat. Ik zou er ook toe in staat moeten zijn. Hij deed erg zijn best, totdat de adelaar door het gouden namiddagwaas werd versluierd. ‘Hij is weg,’ zei hij teleurgesteld.

‘We krijgen er wel meer te zien,’ zei Mira. ‘Ze leven hierboven.’

‘Dat zal dan wel.’

‘Hodor,’ zei Hodor.

‘Hodor,’ beaamde Bran.

Jojen schopte een dennenappel weg. ‘Ik denk dat Hodor het leuk vindt als je zijn naam zegt.’

‘Hij heet niet echt Hodor,’ legde Bran uit. ‘Dat is alleen maar een woord dat hij zegt. Zijn echte naam is Walder, heeft ouwe Nans me verteld. Zij was de grootmoeder van zijn grootmoeder of zo.’ Als hij het over ouwe Nans had werd hij treurig. ‘Zouden de ijzermannen haar gedood hebben, denken jullie?’ In Winterfel hadden ze haar lichaam niet gezien. Nu hij eraan dacht kon hij zich niet herinneren dat hij ook maar een dode vrouw had gezien. ‘Ze heeft nooit iemand een haar gekrenkt, zelfs Theon niet. Ze vertelde alleen maar verhalen. Theon zou zo iemand nooit kwaad doen. Toch?’

‘Sommige mensen doen anderen kwaad, alleen maar omdat het kan,’ zei Jojen.

‘En dat bloedbad in Winterfel is niet door Theon aangericht,’ zei Mira. ‘Er waren te veel ijzermannen onder de doden.’ Ze verplaatste haar kikkerspeer naar haar andere hand. ‘Onthoud de verhalen van ouwe Nans, Bran. Onthoud de manier waarop ze die vertelde, de klank van haar stem. Zolang je dat doet zal een deel van haar blijven voortleven in jou.’

‘Dat zal ik doen,’ beloofde hij. Lange tijd klommen ze zwijgend verder langs een wildspoor dat over het hoge zadel tussen twee stenige rotspieken kronkelde. Aan de hellingen rondom klampten zich schrale krijgsdennen vast. In de verte zag Bran de ijzige glinstering van een beekje dat zich van een bergflank stortte. Hij merkte dat hij naar Jojens ademhaling luisterde, en naar het knarsen van de naalden onder Hodors voeten. ‘Kennen jullie ook verhalen?’ vroeg hij plotseling aan de Riets.

Mira lachte. ‘O, een paar.’

‘Een paar,’ gaf haar broer toe.

‘Hodor,’ zei Hodor neuriend.

‘Jullie zouden er een kunnen vertellen,’ zei Bran. ‘Onder het lopen. Hodor houdt van ridderverhalen. Ik ook.’

‘In de Nek zijn geen ridders,’ zei Jojen.

‘Boven water niet,’ verbeterde zijn zuster hem. ‘De moerassen zitten vol met dode ridders.’

‘Dat is waar,’ zei Jojen. ‘Andalen en ijzermannen, Freys en meer van dat soort dwazen, al die trotse krijgslieden die zich voornamen om Grijswater te veroveren. Niet een van hen heeft het kunnen vinden. Ze rijden de Nek in maar komen er niet meer uit. En vroeg of laat komen ze in het moeras terecht. Dan zakken ze erin weg door het gewicht van al dat staal en verdrinken met wapenrusting en al.’

Bran kreeg de koude rillingen als hij aan die verdronken ridders onder water dacht. Maar hij maakte geen bezwaar, want hij was dol op de koude rillingen.

‘Er was eens een ridder,’ zei Mira, ‘in het jaar van de valse lente. De ridder van de Lachende Boom, werd hij genoemd. Dat had een moerasman kunnen zijn.’

‘Of niet.’ Jojens gezicht was bezaaid met groene schaduwplekken. ‘Prins Bran heeft dat verhaal vast al honderd keer gehoord.’

‘Nee,’ zei Bran, ‘nog nooit. En als het wel zo was dan geeft het niet. Soms vertelde ouwe Nans een verhaal nog eens, maar als het een goed verhaal was kon ons dat niets schelen. Oude verhalen zijn net oude vrienden, zei ze altijd. Zo nu en dan moet je ze opzoeken.’

‘Dat is zo.’ Mira liep met haar schild op haar rug en duwde nu en dan met haar kikkerspeer een tak opzij. Net toen Bran begon te denken dat ze het verhaal uiteindelijk toch niet zou vertellen begon ze. ‘Er was eens een nieuwsgierige knaap die in de Nek woonde. Hij was klein, zoals alle moerasbewoners, maar moedig en slim en bovendien sterk. Inzijn jeugd jaagde en viste hij en klom hij in bomen, en hij leerde alle toverkunsten van mijn volk.’

Bran wist bijna zeker dat hij dit verhaal nooit had gehoord. ‘Had hij groene dromen, zoals Jojen?’

‘Nee,’ zei Mira, ‘maar hij kon modder inademen en over bladeren rennen en aarde in water en water in aarde veranderen met niet meer dan een gefluisterd woord. Hij kon met bomen praten en woorden weven en kastelen laten verschijnen en verdwijnen.’

‘Ik wou dat ik dat ook kon,’ klaagde Bran. ‘Wanneer komt hij de boomridder tegen?’

Mira trok een gezicht. ‘Des te eerder, als een zekere prins zijn mond houdt.’

‘Ik vroeg het alleen maar.’

‘De knaap kende de toverkunsten van de paalwoningen,’ vervolgde ze, ‘maar hij wilde meer. Ons volk begeeft zich zelden ver van huis, moet je weten. We zijn een klein volk en houden er volgens sommigen rare gewoonten op na, dus behandelt het grote volk ons niet altijd goed. Maar deze knaap was stoutmoediger dan de meesten, en toen hij volwassen was besloot hij op een dag de paalwoningen te verlaten en het Gezichteneiland te bezoeken.’

‘Niemand bezoekt het Gezichteneiland,’ wierp Bran tegen. ‘Daar wonen de groene mannen.’

‘Die wilde hij ook bezoeken. Dus trok hij een buis met bronzen schubben aan, zoals het mijne, nam een leren schild en een speer met drie tanden, zoals de mijne, en peddelde in een bootje van huiden de Groene Vork af.’

Bran sloot zijn ogen en probeerde de man in zijn huidenboot voor zich te zien. Voor zijn geestesoog zag de moerasbewoner er als Jojen uit, maar dan ouder en sterker, en droeg hij Mira’s kleren.

‘Hij voer bij nacht voorbij de Tweeling om niet door de Freys te worden aangevallen, en toen hij de Drietand bereikte ging hij van de rivier af, zette zijn bootje op zijn hoofd en ging lopend verder. Het kostte hem dagen, maar ten slotte bereikte hij het Godsoog, wierp zijn boot in het meer en peddelde naar het Gezichteneiland.’

‘Kwam hij de groene mannen tegen?’

‘Ja,’ zei Mira, ‘maar dat is een ander verhaal, en niet aan mij om te vertellen. Mijn prins vroeg om ridders.’

‘Groene mannen zijn ook goed.’

Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату