jacuzzi kwamen, kleedde Malko zich aan. Hij zag de Glock liggen en borg hem op, nadat hij de patroonhouder in het wapen had geschoven.

Toen liep Malko naar Igor Baikal toe, die woedend had toegekeken. Vreemd, hij voelde geen haat jegens hem, terwijl hij Malko had willen dwingen in het vat met wodka te springen of hem anders gewoon een kogel door zijn hoofd zou hebben laten schieten. ‘Igor,’ zei hij, ‘bedankt voor je gastvrijheid. Je hebt me de informatie gegeven waarnaar ik op zoek was. En de kaviaar was uitstekend.’

Igor Baikal keek hem vol ongeloof aan. Ne pizdi! Schiet een kogel door mijn hoofd en maak een einde aan dit spelletje.’ Hij geloofde duidelijk geen moment dat Malko hem zou sparen. Stevig op zijn benen staand, met iets hangende schouders, maar met een heldere stem en een zelfverzekerde blik wachtte hij op de dood.

‘Davai,’ besloot Malko. ‘Laat ons uit.’

Pas toen ze enkele honderden meters gereden hadden, kon Malko weer normaal denken. Hij keek op zijn Breitling: bijna negen uur. Hij voelde zich volkomen leeg. ‘Hoe ben je binnengekomen?’ vroeg hij aan Tatiana.

Ze legde het hem uit.

‘Ik zal tegen Volodia zeggen dat je fantastisch werk hebt geleverd,’ zei hij, onder de indruk van de moed van de jonge vrouw.

Eindelijk begon hij zich te ontspannen. Igor Baikal zou meteen na hun vertrek wel naar de telefoon zijn gerend. Malko vroeg zich af hoe hij Oleg Budynok zou uitleggen dat hij zijn naam aan de CIA had gegeven.

Hoewel hij zich leeg voelde, had hij geen spijt van deze avond, die zonder Tatiana slecht zou zijn afgelopen. ‘Je was net op tijd,’ zei hij tegen de jonge vrouw.

‘Wanneer ik te laat zou zijn gekomen,’ zei ze zonder enige emotie, ‘zou Volodia het me ernstig kwalijk hebben genomen.’

14

‘Pajolsk! Pajolsk! Ik wil niet sterven!’

Zich met beide handen aan de rand van vat nummer 3 vastklemmend, zijn lichaam helemaal ondergedompeld in de wodka, smeekte de man die Tatiana had binnengelaten, Igor Baikal om genade. De oligarch had zich intussen aangekleed en stond op de smalle loopbrug rondom de bovenrand van het vat en verpletterde met de hak van zijn voet de rechterhand van zijn slachtoffer. Die zakte half omlaag, met zijn hoofd tot onder het oppervlak. Igor Baikal schopte de andere hand ook los en gromde woedend: ‘Moedak!’

In een laatste poging zocht het slachtoffer naar houvast om zijn hoofd boven de wodka te houden. Zijn mond zat vol alcohol en hij moest hoesten, maar Igor Baikal bukte zich, pakte hem bij zijn haar en hield zijn hoofd onder de vloeistof. Zijn slachtoffer stuiptrekte nog enkele seconden, maar plotseling was ook dat voorbij.

Igor Baikal kwam overeind en keek naar het lichaam dat langzaam op de negenduizend liter wodka wegdreef. Opgelucht liep hij de ladder af. Hij wist heel goed dat zijn portier eigenlijk geen ernstige fout had gemaakt, maar helaas voor hem had Igor Baikal toch iemand nodig om zijn woede op te koelen.

Malko lag languit op bed naar de radio te luisteren, waarop Oekraiense liederen te horen waren. Toen ze hem in het Premier Palace had afgezet, was Tatiana naar vrienden van Vladimir Sevtsjenko gegaan. Malko had een bericht achtergelaten op de telefoonbeantwoorder van Donald Redstone, waarin hij een afspraak voor de volgende ochtend had gemaakt.

Door de wodka en de champagne had hij een zwaar hoofd, maar zijn gedachten waren nog helder.

Zijn gesprek met Igor Baikal had hem een ding duidelijk gemaakt: de daders van het complot tegen Joesjtsjenko waren overtuigd van hun onaantastbaarheid. Een man als Igor Baikal zou nooit zijn positie en fortuin op het spel hebben gezet als hij met zijn daden ook maar enig risico zou hebben gelopen. Maar het was eind december en de verkiezingen naderden, en alle peilingen wezen erop dat Viktor Joesjtsjenko de volgende president van Oekraine zou worden. En dan werd het tijd voor een grote schoonmaak. Kennelijk hield Igor Baikal geen rekening met deze mogelijkheid. En daar kon maar een verklaring voor zijn: hij was er zeker van dat Viktor Joesjtsjenko geen president zou worden. Er werd dus een nieuwe aanslag op de kandidaat voorbereid. En dat leek onmogelijk, gezien de maatregelen die door zijn veiligheidsdienst waren genomen. Maar Malko wist dat je iemand nooit volledig kon beschermen…

Langzaam viel hij in slaap met deze verontrustende gedachten.

‘Oleg Budynok! Weet u dat zeker?’

Donald Redstone keek Malko vol ongeloof aan. Die kon niets anders doen dan knikken. ‘Die naam heeft Igor Baikal genoemd. Dat was toen hij er nog van overtuigd was dat ik niet levend uit zijn datsja zou komen. Hij had dus geen reden om te liegen. Waarom bent u zo verrast?’

‘Oleg Budynok is het hoofd van het presidentiele bestuursapparaat van Leonid Koetsjma,’ zei de Amerikaan. ‘Een van de machtigste mannen van Oekraine. Hij schijnt nauwe banden met Rusland te hebben.’

Er viel een korte stilte. Toen herinnerde Malko zich plotseling dat de telefoon van de Oekrainer werd afgeluisterd.

‘Ik denk dat Igor Baikal direct na mijn vertrek Oleg Budynok zal hebben opgebeld.’

‘Dat zullen we gauw genoeg weten,’ zei het districtshoofd. ‘Ik verwacht elk moment een verslag van de gesprekken van gisteravond. Natuurlijk hebben we alleen de nummers, niet de inhoud van de gesprekken. Neem intussen koffie.’

Gedurende een halfuur doodden ze de tijd door over koetjes en kalfjes te praten. Totdat John Muffin, de adjudant van Donald Redstone, met een triomfantelijke glimlach de deur openduwde. Hij legde een dossier op tafel en zei: ‘Donald, dit is zeer interessant.’

Hij sloeg het dossier open en pakte een pagina vol met nummers en aantekeningen. ‘Kijk, gisteren om 21:42 uur heeft Igor Baikal het nummer 0665 495 1106 gebeld. Het gesprek duurde nog geen dertig seconden. Waarschijnlijk heeft hij een boodschap achtergelaten. Een halfuur later belde het nummer hem terug. Nu duurde het gesprek 17 minuten en 34 seconden. Intussen had onze afluisterdienst dat nummer ook afgetapt. Het blijkt dat daarvandaan een Russische mobiel is gebeld, nummer 903 562 8734. Helaas kunnen wie die mobiel niet lokaliseren.’

Malko’s hart bonkte in zijn keel. Dit was een reusachtige stap vooruit. Het Russische nummer was ongetwijfeld van degene die deze hele operatie organiseerde. Natuurlijk moest het belangrijkste nog gebeuren: hem identificeren.

‘We moeten hoe dan ook uitzoeken of het nummer 0665 495 1106 van Oleg Budynok is,’ zei hij.

‘Wacht, dat is nog niet alles,’ vervolgde John Muffin. ‘0665 495 1106 heeft meteen na zijn gesprek met Igor Baikal een andere Oekraiense mobiel gebeld: 044 539 2109.’

Donald Redstone zat op hete kolen. ‘Alleen Evgueni Tsjervanienko kan, dankzij zijn connecties bij Kievstar, erachter komen van wie die nummers zijn. Ik zal hem meteen een bericht sturen.’

‘Goed,’ besloot Malko. ‘Ik ga terug naar het hotel.’

Malko staarde naar buiten, waar een miezerige regen langzaam maar zeker overging in natte sneeuw. Op dat moment ging zijn telefoon. Hij herkende meteen de lage stem van Evgueni Tsjervanienko, de veiligheidsman van Viktor Joesjtsjenko.

‘Kunt u bij me langskomen?’ vroeg hij.

‘Natuurlijk,’ antwoordde Malko. ‘Meteen.’

‘Tak.’

Malko keek op zijn horloge. Tsjervanienko had snel gewerkt, het was net drie uur. Hij belde Tatiana, die op haar kamer op instructies zat te wachten. Ze was een uitstekende ‘babysitter’. De vorige dag had ze laten zien hoe vastberaden ze kon handelen. Ze troffen elkaar in de lobby en Tatiana stapte achter het stuur van de SLK.

Twintig minuten later kwamen ze het hoofdkwartier van de oranjerevolutie binnen. Het wemelde er van de vrijwilligers en leden van ‘Zonen van een vrij Oekraine’, met hun oranje armbanden. Malko stelde Tatiana voor aan Evgueni Tsjervanienko, die er geen gras over liet groeien en voorlas van een vel papier dat op zijn bureau lag:

Вы читаете Dood Joesjtsjenko!
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату