Het was alsof ze bovenin een schoorsteen hingen en omlaag keken. Het was wel duidelijk dat er daar lucht verdween, maar werd het met hoge snelheid weggepompt of werd het naar de sterren gespuwd, door de zwarte vloer van de Ringwereld heen? Ze konden eigenlijk niet zoveel zien …

Louis merkte het niet toen Teela haar cyclette een stuk liet zakken. Ze was te ver van hem vandaan, het flikkerende licht was te vreemd, en hij keek omlaag. Hij zag een kleine vlek nog kleiner worden, dieper de schoorsteen in, maar hij schonk er geen aandacht aan.

Toen, half gesmoord door het geraas van de storm, hoorde hij Teela gillen.

Teela’s gezicht was duidelijk te zien op de intercom. Ze keek naar beneden, en ze was doodsbang.

‘Wat is er?’ bulderde hij.

Hij kon haar antwoord maar nauwelijks verstaan. ‘… Het heeft me te pakken!’

Hij keek omlaag.

De schoorsteen was transparant tussen de tollende kegelvormige zijkanten. Hij was op een vreemde manier verlicht, niet door flakkerende bliksemstralen, maar gestaag, door kathodestraal-effecten die werden veroorzaakt door stroomverschillen in een bijna volmaakt vacuum. Daar beneden was een vlekje … daar beneden was iets, iets dat misschien een cyclette had kunnen zijn, als er iemand zo stom was om met zijn cyclette deze maalstroom in te duiken om wat beter zicht te krijgen op een gat naar de ruimte.

Louis voelde zich ziek en beroerd. Er was niets aan te doen, helemaal niets. Hij wrong zijn ogen los van de zwarte kolk…

En zag Teela’s ogen boven het dashboard. Ze keek naar iets verschrikkelijks.

En het bloed stroomde uit haar neus.

Hij zag de doodsangst uit haar gezicht verdwijnen, en plaats maken voor een witte, lijkachtige kalmte. Ze zou zo meteen flauwvallen. Anoxenie? De sonische capsule kon lucht binnenhouden, maar daar moest hij wel eerst op worden ingesteld.

Half-bewusteloos keek ze naar Louis Wu. Doe iets, smeekte ze. Doe iets.

Haar hoofd sloeg voorover tegen het dashboard.

Louis beet met zijn tanden in zijn onderlip. Hij kon het bloed proeven. Hij keek de pijp van wervelende, neonverlichte wolken in, en het geheel leek op ziekmakende wijze op de draaikolk boven de afvoer van een wastafel. Hij vond de kleine stip die Teela’s cyclette moest zijn …

… en zag die opeens recht vooruit schieten, de hellende, rondtollende wand van de schoorsteen in.

Een paar seconden later zag hij een waterdampspoor voor hem verschijnen, ver van hen vandaan in het oog van de horizontale wervelstorm. Een draad wit, met een scherpe punt eraan. Op de een of andere manier kwam het niet in Louis op er ook maar een ogenblik aan te twijfelen dat het Teela’s cyclette was.

‘Wat is er gebeurd?’ riep Spreker.

Louis schudde zijn hoofd, wilde geen antwoord geven. Hij voelde zich versuft, zijn verstand was kortgesloten, zijn gedachten draaiden in een kringetje rond en rond.

Teela’s intercombeeld lag met het gezicht voorover; er was vrijwel alleen haar te zien. Ze was bewusteloos, en haar stuurloze cyclette had een snelheid van veel meer dan twee keer die van het geluid. Iemand zou daar toch eigenlijk iets aan moeten doen…

‘Maar ze had nog maar even te leven, Louis. Zou Nessus een schakelaar hebben gebruikt waar wij niets van wisten?’

‘Nee. Dat geloof ik nog liever dan … nee.’

‘Dat moet er volgens mij zijn gebeurd,’ zei Spreker.

‘Je zag wat er gebeurde! Ze viel flauw, haar hoofd raakte het dashboard en haar cyclette schoot uit die, die put alsof de duvel haar op de hielen zat! Ze drukte de goede knoppen in met haar voorhoofd!’

‘Nonsens.’

‘Jah.’ Louis wilde slapen, wilde ophouden met denken … ‘Denk eens na over de verschillende mogelijkheden. Louis!’ En toen begreep de Kzin het ook, en hij liet zijn mond openstaan terwijl hij erover nadacht. ‘Nee. Onmogelijk,’ zei hij ten slotte.

‘Dan was ze niet uitgekozen om met ons mee te gaan. Als haar geluk ook maar af en toe betrouwbaar was geweest dan zou Nessus haar nooit hebben gevonden. Dan zou ze de Aarde niet hebben verlaten.’

De bliksem schitterde, verlichtte de lange, lange tunnel kolkende stormwolken. Een snelle rechte streep wees recht voor hen uit: het waterdampspoor van Teela’s cyclette. Maar van de cyclette zelf was niets te zien.

‘Louis, dan zouden we nooit op de Ringwereld zijn neergestort!’

‘Daar ben ik nog over aan ’t denken.’

‘Misschien kun je beter denken over hoe we haar leven kunnen redden.’

Louis knikte. Zonder echt te voelen dat het dringend was, drukte hij de oproepknop voor Nessus in — iets dat Spreker niet kon.

De poppenbaas reageerde onmiddellijk alsof hij erop had zitten wachten. Louis zag tot zijn verrassing dat Spreker de verbinding niet verbrak. Hij gaf snel een overzicht van de gebeurtenis.

‘Het lijkt erop dat we ons allebei hebben vergist met Teela.’

‘Jah.’

‘Haar cyclette vliegt nu op noodsnelheid. Haar voorhoofd zou niet voldoende zijn om die in te schakelen. Eerst moet ze de activeerpen uittrekken. Ik begrijp niet goed hoe dat per ongeluk gebeurd kan zijn.’

Waar zit die pen?’ En toen de poppenspeler het hem had laten zien, zei Louis: ‘Misschien heeft ze hem wel uit pure nieuwsgierigheid uitgetrokken, om te kijken wat erachter zat.’

‘Echt?’

Spreker kwam ertussen. ‘Maar wat kunnen we doen?’

‘Laat haar als ze weer bijkomt contact met mij opnemen,’ zei Nessus zakelijk. ‘Ik kan haar laten zien hoe ze de normale aandrijving weer in moet schakelen, en hoe ze ons daarna terug kan vinden.’

‘Maar in de tussentijd kunnen we dus niets doen?’

‘Inderdaad. Het gevaar bestaat dat onderdelen van het voortstuwingssysteem uitbranden, maar haar voertuig zal obstakels vermijden en ze stort ook niet neer. Ze vliegt van ons vandaan met ongeveer viermaal de snelheid van het geluid. Het grootste gevaar dat haar bedreigde is anoxenie. Dat kan hersenbeschadiging tot gevolg hebben, maar ik vermoed dat we ons daar geen zorgen om hoeven te maken.’

Waarom niet? Anoxenie is gevaarlijk.’

‘Ze heeft te veel geluk,’ zei Nessus.

Gevaarlijk avontuur van Teela Brown

De nacht was zwart toen ze de iris van de oogstorm uitkwamen. Er waren geen sterren, maar af en toe was er een gat in het wolkendek, waar het zwakke blauwe licht van de Boog door scheen. ‘Ik heb er nog eens over nagedacht,’ zei Spreker. ‘Nessus, je mag je weer bij ons voegen als je wilt.’

‘Dat zal ik doen,’ zei de poppenspeler.

‘We hebben je niet-Kzinti, niet-menselijke ideeen nodig. Je hebt blijk gegeven van groot vernuft. Maar je moet beseffen dat ik de misdaad die jouw ras tegen het mijne heeft begaan, niet zal vergeten.’

‘Ik koester geen enkel verlangen om met je geheugen te knoeien, Spreker.’

Louis Wu merkte maar nauwelijks iets van deze triomf van praktisch inzicht over eerbesef, van intelligentie over xenofobie. Waar de wolkenvelden en de oneindigheidshorizon elkaar ontmoetten, zocht hij alles af naar een spoor van de pijl van waterdamp, die Teela’s cyclette achter zich had gelaten. Maar die was volkomen verdwenen.

Teela was nog steeds buiten bewustzijn. Haar intercombeeld bewoog zich rusteloos, en Louis schreeuwde: ‘Teela!’ Maar ze reageerde niet.

‘We hadden ongelijk waar het Teela betrof,’ zei Nessus. ‘Maar ik kan niet begrijpen waarom. Waarom zijn we neergestort, als haar geluk zo sterk is?’

‘Dat is precies wat ik Louis al een hele tijd probeer te laten beseffen!’

‘Maar,’ zei de poppenspeler, ‘als haar geluk geen kracht heeft, hoe kan ze dan de noodaandrijving hebben

Вы читаете Ringwereld
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату