Een man in een groene deken stormde op Louis af, gillend, zwaaiend met een zware hamer, zijn best doend om er gevaarlijk uit te zien. Een gouden bloem met ogen … Louis liet het groene laserlicht over hem heen glijden, en de man bleef doorlopen.
Doodsbenauwd bleef Louis stokstijf staan en hield de straal op een punt vast. De man stond op het punt naar Louis’ hoofd uit te halen toen een plekje op zijn deken zwart verkoolde en toen groen opvlamde. Hij sloeg tegen de grond, in het hart getroffen.
Kleding in de kleur van je lichtzwaard kan even erg zijn als een reflecterend pantser. Finagle geve dat er niet meer van dat soort waren! Louis liet groen licht langs iemands nek glijden …
Een Ringwerelder probeerde de vluchtende Nessus tegen te houden. Hij moest moed hebben gehad dat hij zo’n griezelig ogend monster aanviel. Louis kon niet goed schieten, maar de man stierf toch, want Nessus draaide zich bliksemsnel om en trapte, en maakte de draai af en rende verder. Toen …
Louis zag het gebeuren. De poppenspeler draafde een leeg stuk op, een hoofd hoog, het andere laag. Het hooggeheven hoofd was opeens gescheiden van het lichaam, rolde stuiterend weg. Nessus kwam tot staan, draaide zich om, en verroerde zich niet meer.
Zijn nek eindigde in een vlakke stomp, en uit die stomp golfde bloed, bloed dat even rood was als dat van Louis Wu.
Nessus jammerde, een hoog, klaaglijk geluid.
De Ringwerelders hadden hem in een val van schaduwvlakdraad gelokt.
Louis was tweehonderd jaar oud. Hij was al eerder vrienden kwijtgeraakt. Hij vocht verder, en zijn lichtzwaard volgde bijna als in een reflex zijn ogen. Arme Nessus. Maar ik zou best de volgende kunnen zijn …
De aanvallers hadden zich wat teruggetrokken. In hun eigen ogen moesten hun verliezen afzichtelijk zwaar zijn geweest.
Teela staarde naar de stervende poppenspeler, haar ogen heel groot, haar knokkels tegen haar tanden gedrukt. Spreker en Zoeker trokken zich langzaam terug op de Onwaarschijnlijk … Wacht es even! Hij heeft er een in reserve!
Louis rende naar de poppenspeler toe. Toen hij langs Spreker rende, griste de Kzin de flitslichtlaser uit zijn hand. Louis dook om de val te vermijden, bleef voorovergebogen doorlopen, en raakte Nessus met zijn schouder, zodat de poppenbaas op de grond viel. Het had er veel van weg gehad dat de poppenspeler op het punt stond in paniek weg te rennen.
Louis zette zijn knie tegen het lichaam van de poppenspeler, zodat deze er niet vandoor kon, en tastte naar een riem.
Nessus droeg geen riem.
Maar hij moest een riem dragen!
En Teela reikte hem haar sjaal aan!
Louis graaide hem uit haar handen, maakte er een lus in, en liet die over de afgesneden nek van de poppenspeler glijden. Nessus had vol ontzetting naar de stomp liggen kijken, naar het bloed dat uit de ene slagader golfde. Nu gleed zijn oog omhoog naar Louis’ gezicht, Nessus deed zijn oog dicht en viel flauw.
Louis trok de knoop strak aan. Teela’s sjaal wrong de ene slagader dicht, en ook twee grote aders, het strottehoofd, de slokdarm, alles.
Hebt u een tourniquet om zijn nek gelegd, dokter? Maar het bloed stroomde niet meer.
Louis hukte zich en nam de poppenspeler in een brandweergreep over zijn schouders. Hij draaide zich om en rende de schaduw van het politiegebouw in. Zoeker rende voor hem uit om hem te dekken, en de punt van zijn zwarte zwaard maakte kleine kringetjes terwijl hij naar een vijand zocht. Gewapende Ringwerelders keken naar hen, maar ze werden niet aangevallen.
Teela draafde achter Louis aan. Spreker-tot-Dieren kwam als laatste, terwijl zijn flitslichtlaser groene lichtstralen boorde in plekken waar zich misschien aanvallers schuilhielden. Toen ze bij het schip waren, bleef de Kzin staan, wachtte tot Teela veilig binnen was, en toen — Louis zag nog net dat hij weer wegliep.
Maar waarom?
Geen tijd om te proberen daar achter te komen. Louis liep de trap op. De poppenspeler werd ongelooflijk zwaar voordat Louis op de brug was. Hij liet Nessus naast de in plastic begraven cyclette op de grond zakken, greep de eerstehulp-apparatuur en wreef de diagnoseplaat over de nek van de poppenbaas, onder de tourniquet. De medikit van Nessus zat via een voedingskabel vast aan zijn cyclette, en Louis vermoedde, en terecht, dat een en ander ingewikkelder in elkaar zat dan bij zijn eigen cyclette.
Even later veranderde de instelling van de keuken opeens, zonder dat een van hen er iets aan had gedaan. Een paar tellen later gleed een draad uit het dashboard, raakte de nek van de poppenspeler, zocht even de huid af, vond toen een goede plek, en gleed naar binnen.
Louis rilde. Maar — intraveneuze voeding. Nessus moest nog in leven zijn.
De Onwaarschijnlijk was opgestegen, al had hij daarvan niets gevoeld. Spreker zat op de laagste trede boven het observatieplatform en keek omlaag naar de Hemeltoren. Hij hield iets heel voorzichtig in zijn handen.
‘Is de poppenspeler dood?’
‘Nee. Hij heeft een hoop bloed verloren.’ Louis liet zich naast de Kzin op de trede zakken. Hij was doodmoe en verschrikkelijk gedeprimeerd. ‘Kunnen poppenspelers een shock krijgen?’
‘Hoe zou ik dat nu moeten weten? Shock is een heel eigenaardig mechanisme. We hebben er eeuwen op moeten studeren voor we er achter waren waarom jullie mensen zo gemakkelijk stierven als we jullie martelden.’ De Kzin concentreerde zich duidelijk op iets anders. Maar hij vroeg: ‘Was het het geluk van Teela Brown?’
‘Ik denk het wel.’
‘Waarom? Hoe kan de verwonding van de poppenspeler Teela helpen?’
‘Daarvoor moet je haar bekijken door mijn ogen, Spreker. Ze was heel eenzijdig toen ik haar voor het eerst ontmoette. Ze kon niet worden gekwetst, het hele idee van pijn was haar vreemd.’
‘Ik begrijp er niets van, Louis.’
‘Teela was een leeg masker, zonder persoonlijkheid erachter, toen ze hier kwam. Ze had nooit pijn gevoeld. Haar persoonlijkheid was niet menselijk.’
‘Waarom is dat kwalijk?’
‘Omdat ze was ontworpen als iemand die wel een menselijke persoonlijkheid had, voor Nessus iets anders van haar maakte. Drigg hem! Begrijp je dan niet wat hij heeft gedaan? Hij heeft god naar zijn eigen beeld geschapen, zijn eigen geidealiseerde image, en hij kreeg Teela Brown.
En zij is iets dat elke poppenbaas dolgraag zou willen zijn. Ze kan niet worden gekwetst. Ze kan zich zelfs niet beroerd voelen, tenzij het voor haar eigen bestwil is.
Daarom is ze hier terechtgekomen. De Ringwereld is een „gelukkige” plaats voor haar, omdat ze hier de scala aan ervaringen kan meemaken die haar honderd procent menselijk maakt. Ik denk dat de Loterijen niet veel mensen zoals zij hebben opgeleverd. Dan hadden die hetzelfde geluk gehad, waren aan boord geweest van de Leugenaar. Teela had gewoon meer geluk.
Maar toch … er moeten tientallen Teela Browns op de Aarde zijn! De toekomst gaat er een beetje eigenaardig uitzien als die. erachter komen wat voor macht ze hebben. De rest zal moeten leren om uit hun buurt te blijven, en snel ook.’
‘En het hoofd van de bladeter?’ vroeg Spreker. ‘Ze kan geen meegevoel opbrengen voor iemand anders pijn,’ zei Louis. ‘Misschien had ze het wel nodig om een goede vriend gewond te zien. Teela’s geluk kon het niets schelen wat dat Nessus i kostte. Weet je waar ik die tourniquet vandaan haalde? Teela zag wat ik nodig had en pakte iets dat als tourniquet dienst kon doen. Het is waarschijnlijk de eerste keer in haar leven dat ze goed heeft gereageerd in een noodsituatie.’
‘Maar waarom zou ze dat hoeven te doen? Haar geluk zou haar moeten beschermen tegen noodsituaties.’
‘Ze heeft nooit geweten dat ze kan functioneren in een noodsituatie. Ze heeft nooit zoveel reden gehad voor zelfvertrouwen. En tot nu toe steeds terecht.’
‘Dat begrijp ik werkelijk niet.’
‘Ontdekken wat je wel en wat je niet kunt maakt deel uit van het proces van volwassen worden. Teela kon niet volwassen worden zonder een keer tegenover een zeer reele noodsituatie te komen staan.’