waren voorzichtig om hen heen gestapt.

‘Kunt u niets doen om het, zeg maar, tegen te houden?’ vroeg Ko, die toekeek hoe vrouwe Vorpatril zich weer vooroverboog. ‘We moeten… een dokter zien te vinden of zo.’

‘Daarvoor is die idoot van een Padma naar buiten gegaan,’ bracht Alys uit. ‘Ik heb hem gesmeekt niet te gaan… O, god!’ Een ogenblik later vervolgde ze, op een verrassend rustige conversatietoon: ‘De volgende keer dat je je hart uit je lijf staat te kotsen, Ko, is het misschien een idee om gewoon je mond dicht te doen en te slikken… Dit is nou niet bepaald een vrijwillig gebeuren!’ Ze richtte zich weer op, hevig rillend.

‘Ze heeft geen dokter nodig, maar een plek waar ze kan liggen,’ sprak Bothari vanuit de schaduw. ‘Deze kant op.’

Hij nam hen een klein stukje mee naar een houten deur in een oude, massieve gepleisterde muur, die dichtgespijkerd was geweest. Zo te zien aan de verse splinters had hij hem zojuist opengetrapt. Toen ze eenmaal binnen waren en de deur weer stevig dicht hadden geduwd, durfde Droesjnakovi eindelijk een handlamp uit de tas te halen. Die verlichtte een kleine, lege, vuile kamer. Bothari sloop snel langs de omtrek. Twee binnendeuren waren lang geleden opengebroken, maar daarachter was alles doodstil en donker en blijkbaar verlaten. ‘We zullen het ermee moeten doen,’ zei Bothari.

Cordelia vroeg zich af wat ze nu in godsnaam moesten doen. Ze wist nu alles over placentaoverplaatsingen en bevallen door middel van een operatie, maar voor de zogenaamde normale geboorte moest ze op enkel theorie vertrouwen. Alys Vorpatril had waarschijnlijk nog minder idee van de biologische processen, Droe nog minder, en Ko was regelrecht hopeloos. ‘Heeft iemand hier weleens zoiets van nabij meegemaakt?’

‘Ik niet,’ mompelde Alys. Hun blikken ontmoetten elkaar iets te veelbetekenend.

‘Je staat er niet alleen voor,’ zei Cordelia vastberaden. Vertrouwen zou moeten leiden tot ontspanning, en die zou ook weer ergens toe moeten leiden. ‘We zullen allemaal helpen.’

Bothari zei eigenaardig schoorvoetend: ‘Mijn moeder fungeerde vroeger weleens als vroedvrouw. Soms sleepte ze me mee om te helpen. Er is niet zo heel veel aan.’

Cordelia hield haar wenkbrauwen onder controle. Dat was de eerste keer dat ze de sergeant een woord hoorde zeggen over een van zijn ouders.

De sergeant zuchtte, omdat hij uit hun blikken duidelijk kon opmaken dat hij zojuist de leiding op zich had genomen. ‘Geef me je jasje, Ko.’ Kodelka stond het kledingstuk galant af en maakte aanstalten om het om de bevende vrouwe Vorpatril te slaan. Hij keek een tikje ontsteld toen de sergeant zijn eigen jasje om de schouders van vrouwe Vorpatril sloeg, Kodelka’s jasje op de vloer legde en haar er met haar heupen op liet gaan liggen. Ze zag er minder bleek uit toen ze lag, minder alsof ze op het punt stond flauw te vallen. Maar haar adem stokte en toen schreeuwde ze het uit doordat haar buikspieren weer verkrampten.

‘Blijf bij me, vrouwe Vorkosigan,’ mompelde Bothari tegen Cordelia. Waarom? vroeg Cordelia zich af, maar ze besefte de reden toen hij neerknielde en voorzichtig de nachtjapon van Alys Vorpatril omhoogduwde. Hij wil mij in de buurt als controlemechanisme. Maar door het doden leek die afschuwelijke golf van lust die zijn gezicht in de straat zo had verwrongen, te zijn weggeebd. Nu was zijn blik alleen normaal geinteresseerd. Gelukkig was Alys Vorpatril te veel met zichzelf bezig om te merken dat Bothari’s poging tot een professionele, koele gelaatsuitdrukking niet helemaal lukte.

‘Het hoofd van de baby is nog niet te zien,’ rapporteerde hij. ‘Maar dat zal niet lang meer duren.’

Weer een kramp, en hij keek vaag om zich heen en vervolgde: ‘Ik denk dat u beter niet kunt schreeuwen, vrouwe Vorpatril. Ze zullen nu wel naar ons op zoek zijn.’

Ze knikte begrijpend en wuifde wanhopig met een hand. Droe had haar door, rolde een lapje stof op tot een soort koord en gaf haar dat om op te bijten.

En verder veranderde er niets, wee na wee. Alys zag er volkomen gemangeld uit en huilde heel zachtjes, niet in staat om de herhaaldelijke pogingen van haar lijf om zich binnenstebuiten te keren lang genoeg te onderdrukken om op adem te komen of haar evenwicht te hervinden. De kruin van de baby was nu te zien, met donker haar, maar het hoofdje leek er niet verder uit te kunnen.

‘Hoe lang hoort dit eigenlijk te duren?’ vroeg Ko, met een stem die kalm bedoeld was, maar er zeer ongerust uitkwam.

‘Ik geloot dat hij het wel prettig vindt waar hij is,’ zei Bothari. ‘Hij wil helemaal niet naar buiten komen in de kou.’ Dit grapje drong zowaar tot Alys door. Haar snikkende ademhaling veranderde niet, maar haar ogen lichtten op in een moment van dankbaarheid. Bothari knielde, fronste oordeelkundig, liep op zijn hurken om haar heen naar haar zij, legde een grote hand op haar buik en wachtte tot de volgende kramp. Toen drukte hij.

Het hoofdje van de baby floepte in een oogwenk tussen vrouwe Vorpatrils bebloede dijen naar buiten.

‘Zo,’ zei de sergeant, en hij klonk nogal tevreden. Kodelka keek oprecht geimponeerd.

Cordelia pakte het hoofdje tussen haar handen en hielp het lijfje naar buiten bij de volgende wee. Het jongetje kuchte tweemaal, nieste als een jong katje in de eerbiedige stilte, ademde in, werd roze en stootte een oorverdovende kreet uit. Cordelia liet hem bijna vallen. Bothari vloekte vanwege de herrie. ‘Geef me je degenstok, Ko.’ Vrouwe Vorpatril keek verwilderd op. ‘Nee! Geef hem aan mij, ik zal hem wel stil krijgen!’

‘Dat was niet wat ik in gedachten had,’ zei Bothari met enige waardigheid. ‘Hoewel het wel een idee is,’ voegde hij eraan toe toen het gejammer aanhield. Hij haalde de plasmaboog te voorschijn en verhitte de degen even, op de laagste stand. Hij steriliseerde hem, besefte Cordelia.

De placenta volgde de navelstreng bij de volgende wee, een slordig hoopje op Ko’s jasje. Ze staarde met heimelijke fascinatie naar de overbodig geworden versie van het ondersteunende orgaan dat in haar eigen geval met zoveel zorg omgeven was geweest. Tijd. Deze redding heeft zoveel tijd gekost. Wat heeft Miles nu nog voor kans? Had ze zojuist het leven van haar zoon ingeruild voor dat van de kleine Ivan? De niet zo erg kleine Ivan, eigenlijk; geen wonder dat hij zijn moeder zoveel problemen had bezorgd. Alys moest wel gezegend zijn met een ongebruikelijk wijde bekkengordel, anders had ze deze nachtmerrieachtige avond nooit overleefd.

Nadat de navelstreng wit was geworden, sneed Bothari hem door met de gesteriliseerde kling, en Cordelia legde zo goed als ze kon een knoop in het rubberachtige ding. Ze veegde de baby schoon, wikkelde hem in hun reservehemd en legde hem uiteindelijk in de uitgestrekte armen van Alys.

Alys keek naar de baby en begon weer te huilen, met onderdrukte snikken. ‘Padma zei… dat ik de beste dokters zou hebben. Padma zei… dat het geen pijn zou doen. Padma zei dat hij bij me zou blijven… Verdomme, Padma!’ Ze drukte Padma’s zoon tegen zich aan. Op een andere, enigszins verraste toon vervolgde ze: ‘Au!’ De baby’s mond had haar borst gevonden en had blijkbaar een greep als een barracuda. ‘Goede reflexen,’ merkte Bothari op.

ZEVENTIEN

In godsnaam, Bothari, daar kunnen we haar toch niet naar binnen brengen?’ siste Kodelka.

Ze stonden in een steegje diep in de doolhof van de karavanserai. In de koude, natte duisternis doemde een gebouw met dikke muren op, dat de ongebruikelijke hoogte van drie verdiepingen had. Hoog tegen de gepleisterde gevel, die ruw was van de afbladderende verf, glinsterde geel licht door uitgesneden blinden. Een olielamp brandde zwak boven een houten deur, de enige ingang die Cordelia zag. ‘We kunnen haar ook niet buiten laten. Ze heeft warmte nodig,’ antwoordde de sergeant. Hij droeg vrouwe Vorpatril in zijn armen; ze klemde zich verzwakt en huiverend aan hem vast. ‘Het is toch een stille avond. En laat. Ze gaan sluiten.’

‘Wat is dit voor een plek?’ vroeg Droesjnakovi. Kodelka schraapte zijn keel. ‘In de tijd van de Afzondering, toen dit het centrum van Vorbarr Sultana was, was het de residentie van een edelman. Een van de minder belangrijke prinsen Vorbarra, geloof ik. Daarom is het gebouwd als een vesting. Nu is het… een soort herberg.’

Cordelia slaagde er maar net in om niet uit te roepen: o, dus dit is jullie bordeel, Ko. In plaats daarvan vroeg ze aan Bothari: ‘Is het veilig? Of is het waarschijnlijk dat het daar ook wemelt van de informanten, net als op de vorige plek?’

‘Veilig voor een paar uur,’ oordeelde Bothari. ‘En we hebben toch maar een paar uur.’ Hij zette vrouwe Vorpatril neer, vertrouwde haar toe aan de zorg van Droesjnakovi en glipte naar binnen na een gedempt gesprek

Вы читаете De planeet Barrayar
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату