Koester die misselijkheid, Droe.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Ik denk dat ik misschien het verkeerde vak heb gekozen.’
‘Misschien. Misschien niet. Stel je eens voor wat een monsterlijk iets een leger van Bothari’s zou zijn. Elke gewapende macht binnen een gemeenschap, of dat nu het leger, de politie of een veiligheidsdienst is, heeft mensen nodig die het noodzakelijke kwaad kunnen doen en daar toch zelf niet slecht van worden. Om alleen het noodzakelijke te doen, en verder niet. Om voortdurend vooronderstellingen in twijfel te trekken, om het wegglijden in wreedheid te voorkomen.’
‘Zoals die kolonel korte metten maakte met die schunnige korporaal.’
‘Ja. Of zoals die luitenant de kolonel uithoorde… Ik wou dat we hem hadden kunnen sparen,’ zei Cordelia met een zucht. Droe staarde met een diepe frons naar haar schoot. ‘Ko dacht dat je kwaad op hem was,’ zei Cordelia. ‘Ko?’ Droesjnakovi keek wazig op. ‘O, ja, hij is hier net binnen geweest. Wilde hij iets?’
Cordelia glimlachte. ‘Echt iets voor Ko, om te denken dat al jouw ongelukkigheid om hem draait.’ Haar glimlach verflauwde. ‘Ik stuur hem met vrouwe Vorpatril mee, om te proberen haar en de baby hier weg te smokkelen. We gaan ieder ons weegs zodra ze kan lopen.’ Droe’s gezicht werd ongerust. ‘Hij zal groot gevaar lopen. Vordarians mensen zullen razend zijn dat ze haar en de jonge heer vanavond verspeeld hebben.’
Ja, er was nog steeds een heer Vorpatril om de genealogische calculaties van Vordarian te verstoren. Een krankzinnig systeem, dat ervoor zorgde dat een pasgeborene een levensgevaarlijke bedreiging leek te zijn voor een volwassen man. ‘Niemand is veilig totdat deze ellendige oorlog voorbij is. Vertel eens, hou je nog van Ko? Ik weet dat je over je eerste naieve verliefdheid heen bent. Je ziet zijn fouten. Egocentrisch, en met een obsessie over zijn verwondingen, en vreselijk ongerust over zijn mannelijkheid. Maar hij is niet dom. Er is nog hoop voor hem. Hij heeft een interessant leven voor de boeg, in dienst van de regent.’ Aangenomen dat ze de komende achtenveertig uur allemaal zouden overleven. Het was goed om haar teamleden te doordringen van een hartstochtelijke wens om te leven, peinsde Cordelia. ‘Wil je hem?’
‘Ik ben nu… aan hem gebonden. Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen… Ik heb hem mijn maagdelijkheid geschonken. We zou me verder nog willen hebben? Ik zou me schamen…’
‘Zet dat uit je hoofd! Als we deze onderneming volbrengen, zul je zo worden overladen met roem, dat de mannen in de rij zullen staan voor de eer om jou het hof te mogen maken. Je zult kunnen kiezen. In de omgeving van Aral heb je de kans om de besten te ontmoeten. Wat wil je? Een generaal? Een keizerlijke minister? Een jonge Vor-heer?
Een ambassadeur van een andere planeet? Je enige probleem zal zijn dat je een keuze moet maken, want volgens de vrekkige Barrayaraanse gebruiken mag je maar een echtgenoot tegelijk hebben. Een onhandige jonge luitenant maakt geen schijn van kans als hij moet concurreren met al die verfijnde hoge heren.’
Droesjnakovi glimlachte een beetje sceptisch bij het beeld dat Cordelia schilderde. ‘Wie zegt dat Ko zelf op een dag geen generaal zal zijn?’ zei zc zacht. Ze zuchtte en trok rimpels in haar voorhoofd. ‘Ja. Ik wil hem nog steeds. Maar… ik geloof dat ik bang ben dat hij me weer zal kwetsen.’
Cordelia dacht daar even over na. ‘Het is wel waarschijnlijk. Aral en ik kwetsen elkaar voortdurend.’
‘O, u tweeen toch niet, mevrouw! U lijkt zo, zo volmaakt.’
‘Denk eens na, Droe. Kun je je voorstellen in wat voor geestesgesteldheid Aral zich op dit moment bevindt, vanwege mijn acties? Ik kan dat wel. Ik doe dat ook.’
‘O.’
‘Maar pijn… lijkt me onvoldoende reden om het leven niet te omarmen. Dood zijn is volkomen pijnloos. Pijn komt toch wel, wat je ook doet, net als tijd. De vraag is wat je, naast die pijn, voor prachtige momenten uit het leven kunt krijgen.’
‘Ik kan 11 niet helemaal volgen, mevrouw. Maar… ik heb een beeld in mijn hoofd. Van Ko en mij, op een strand, helemaal in ons eentje. Het is heel warm. En als hij naar me kijkt, ziet hij mij echt, en houdt hij van me…’
Cordelia tuitte haar lippen. ‘Ja… dat is voldoende. Kom mee.’ Het meisje stond gehoorzaam op. Cordelia nam haar mee de gang in, dwong Ko aan het ene uiteinde van de bank te gaan zitten en Droe aan het andere, en liet zich tussen hen in zakken. ‘Droe, Ko wil een paar dingen tegen je zeggen. Aangezien jullie niet dezelfde taal spreken, heeft hij mij gevraagd om zijn tolk te zijn.’ Ko maakte over Cordelia’s hoofd heen een gegeneerd ontkennend gebaar.
‘Dat handgebaar betekent: ik zou liever de rest van mijn leven verpesten dan vijf minuten lang voor gek zitten. Negeer het,’ zei Cordelia. ‘Even kijken. Wie begint er?’
Er was een korte stilte. ‘Heb ik al verteld dat ik ook de rollen van jullie beider ouders speel? Ik denk dat ik maar begin met Ko’s moeder te zijn. Zo, zoon, en heb je al leuke meisjes ontmoet? Je bent al bijna zesentwintig, weet je. Ik heb die video gezien,’ vervolgde ze met haar eigen stem toen Ko zich verslikte. ‘Ik heb haar stijl aardig te pakken, he? En haar inhoud. En Ko zegt: ja, mam, er is een fantastisch meisje. Jong, lang, slim… en Ko’s moeder zegt: hoera! En neemt mij in dienst, je vriendelijke buurtbemiddelaar. En ik ga naar jouw vader, Droe, en zeg: er is een jongeman. Keizerlijk luitenant, privesecretaris van de heer regent, oorlogsheld, voorbestemd om hoog te rijzen in het keizerlijk hoofdkwartier… en hij zegt: hou maar op! We nemen hem. Hoera. En…’
‘Hij zal wel wat meer te zeggen hebben dan dat!’ onderbrak Ko haar. Cordelia wendde zich tot Droesjnakovi. ‘Wat Ko net zei, is dat hij denkt dat jouw familie hem niet zal mogen omdat hij een mankepoot is.’
‘Nee!’ zei Droe verontwaardigd. ‘Dat is niet waar…’ Cordelia stak haar hand op. ‘Laat me je als je bemiddelaar iets vertellen, Ko. Als je enige, geliefde dochter wijst en vastberaden zegt: pap, ik wil die, dan reageert een verstandige pap alleen met: ja, schat. Ik geef toe dat de drie oudere broers misschien moeilijker te overtuigen zijn. Als je haar aan het huilen maakt, kon je weleens een ernstig probleem in een achterafsteegje krijgen. Ik neem aan dat je nog niet bij ze hebt geklaagd, Droe?’
Ze onderdrukte een onwillekeurig gegiechel. ‘Nee!’ Ko keek alsof dit een nieuwe en ontmoedigende gedachte was. ‘Zie je wel,’ zei Cordelia, ‘je kunt de broederlijke vergelding nog ontlopen, Ko, als je je best doet.’ Ze wendde zich tot Droe. ‘Ik weet dat hij zich als een boerenpummel heeft gedragen, maar ik beloof je dat hij nog wel op te voeden is.’
‘Ik heb gezegd dat het me speet,’ zei Ko, en hij klonk gegriefd. Droe verstijfde. ‘Ja. Herhaaldelijk,’ zei ze koel.
‘En daar komen we bij de kern van de zaak,’ zei Cordelia langzaam en ernstig. ‘Wat Ko eigenlijk bedoelt, Droe, is dat het hem helemaal niet spijt. Het moment was geweldig, jij was geweldig, en hij wil het opnieuw doen. En nog eens en nog eens, alleen maar met jou, voor altijd, sociaal goedgekeurd en ononderbroken. Klopt dat, Ko?’ Ko keek verbluft. ‘Nou… Ja!’
Droe knipperde met haar ogen. ‘Maar… dat is precies wat ik van je wilde horen!’
‘O ja?’ Hij tuurde naar haar over Cordelia’s hoofd.
ACHTTIEN
De tijd voor de dageraad was in de stegen van de karavanserai niet zo pikdonker als de nacht in de bergen. De mistige nachtlucht reflecteerde een zwakke amberkleurige gloed van de omliggende stad. De gezichten van haar vrienden waren grijze vlekken, zoals op de allereerste foto’s; Cordelia probeerde niet te denken:
Nadat vrouwe Vorpatril een paar uur had gerust, zich had gewassen en had gegeten, stond ze nog steeds niet al te stevig op haar benen, maar ze kon zonder hulp lopen. De huishoudster had wat verbazend stemmige kleding voorhaar bij elkaar gezocht, een grijze rok tot op haar kuiten en truien tegen de kou. Kodelka had al zijn militaire kledij omgewisseld voor een wijde broek, oude schoenen en een jasje dat hetgene verving dat schade had geleden bij het onvoorziene verloskundige gebruik. Hij droeg de baby, heer Ivan, die nu een geimproviseerde luier om had en warm was ingepakt, en dat voltooide het beeld van een angstig gezinnetje dat probeerde de stad uit te komen, naar de ouders van de vrouw op het platteland, voordat de gevechten los zouden barsten. Cordelia had honderden van zulk soort vluchtelingen gezien, in het voorbijgaan, toen ze Vorbarr Sultana in kwamen.