haar. En over zijn opvoeding. ‘Maar, Aral,’ zei Cordelia verbijsterd. ‘Vortala benadrukte dat ik geen macht zou hebben.’
‘Vortala… heeft de wijsheid ook niet in pacht. Laten we zeggen dat hij er wat moeite mee heeft om vormen van macht die niet gepaard gaan met machtsvertoon als zodanig te herkennen. Maar je zult een beperkte tijd hebben, want als Gregor twaalf is, gaat hij naar een voorbereidingsschool voor de Academie.’
‘Maar beseffen ze wel…?’
‘Ik wel. En jij ook. Dat is genoeg.’
TWINTIG
Een van de eerste orders die Cordelia gaf, was dat ze Droesjnakovi weer toewees aan Gregor, vanwege zijn emotionele continuiteit. Dat betekende niet dat ze voortaan het gezelschap van het meisje zou moeten missen, een voorrecht waaraan Cordelia zeer gehecht was geraakt, want nadat Illyan er opnieuw op had aangedrongen, besloot Ara! eindelijk om in de keizerlijke residentie te gaan wonen. Het was een pak van Cordelia’s hart toen Droe en Ko een maand na het Winterfeest gingen trouwen.
Cordelia had aangeboden de rol van bemiddelaar te spelen tussen de twee families. Om een of andere reden hadden Ko en Droe dat allebei haastig afgeslagen, hoewel ze haar omstandig bedankten voor het aanbod. Gezien de verbijsterende valkuilen van de Barrayaraanse sociale omgang dacht Cordelia dat het misschien wel goed was om het over te laten aan de ervaren oudere dame die het stel inhuurde. Cordelia zag Alys Vorpatril vaak, ze kwamen regelmatig bij elkaar op bezoek. De baby heer Ivan was, hoewel niet echt een troost voor Alys, zeker een afleiding bij haar langzame herstel van haar lichamelijke beproevingen. Hij groeide snel, ondanks het feit dat hij een beetje druk was, een trekje waarvan Cordelia na een tijdje besefte dat het werd veroorzaakt doordat Alys hem voortdurend betuttelde. Ivan zou drie of vier broertjes en zusjes moeten hebben, zodat ze haar aandacht onder hen kan verdelen, dacht Cordelia, terwijl ze toekeek hoe Alys hem een boertje liet doen tegen haar schouder en intussen hardop plannen maakte voor zijn onderwijskundige aanloop tot het gevreesde toelatingsexamen van de Keizerlijke Militaire Academie, als hij eenmaal achttien was.
Alys Vorpatril werd afgeleid van haar verbitterde rouw om Padma en het tot in het kleinste detail in kaart brengen van Ivans leven toen ze een blik wierp op een afbeelding van de trouwjurk waar Droe weg van was.
‘Nee, nee, nee!’ riep ze uit, achteruitdeinzend. ‘Al dat kant… Je zou er zo wollig uitzien als een grote ijsbeer. Zijde, schat, golvende zijde tot op de grond, dat is wat jij nodig hebt…’ En weg was ze. Droe, die geen moeder en geen zusters had, had zich als bruid geen deskundiger raadsvrouw kunnen wensen. Uiteindelijk werd de jurk een van de verscheidene cadeaus van vrouwe Vorpatril, zodat ze zeker was van de esthetische perfectie ervan, en een ander was een ‘klein vakantiehuisje’ dat een flink huis aan de oostkust bleek te zijn. Als het zomer werd, zou Droe’s droom van het strand werkelijkheid worden. Cordelia grinnikte, en kocht een nachtjapon en peignoir voor het meisje met voldoende stroken en lagen kant om de meest naar tierelantijnen snakkende ziel te bevredigen.
Aral zorgde voor de zaal: de Rode Zaal van de keizerlijke residentie, en de aangrenzende balzaal met de prachtige ingelegde parketvloer, die tot Cordelia’s enorme opluchting aan de vlammen was ontsnapt. In theorie was dit grootse gebaar nodig om de hoofdpijn te verlichten die Illyan kreeg van de beveiligingsproblemen, aangezien Cordelia en Aral twee van de belangrijkste getuigen zouden zijn. Persoonlijk vond Cordelia de omvorming van de KeiVei tot bruiloftscateringbedrijf een veelbelovende wending.
Aral keek de gastenlijst door en glimlachte. ‘Besef je wel,’ zei hij tegen Cordelia, ‘dat elke klasse vertegenwoordigd is? Een jaar geleden zou deze gebeurtenis hier ondenkbaar zijn geweest. De zoon van de kruidenier en de dochter van de onderofficier. Ze hebben er met bloed voor betaald, maar misschien is volgend jaar een vreedzame prestatie voldoende. Op het gebied van geneeskunde, onderwijs, techniek, ondernemerschap… Zullen we een feest voor bibliothecarissen geven?’
‘Zullen die vreselijke Vor-besjes met wie al Pjotrs vrienden getrouwd zijn niet klagen over overmatige vooruitstrevendheid?’
‘Met Alys Vorpatril achter de organisatie? Ze zouden niet durven.’ Vanaf dat moment werd het evenement alleen maar grootser. Een week van tevoren overwogen Ko en Droe serieus om de benen te nemen uit pure paniek, nadat ze alle zeggenschap over de hele zaak waren kwijtgeraakt aan hun geestdriftige assistenten. Maar de staf van de keizerlijke residentie regelde alles met een gemak dat voortkwam uit ervaring. De eerste huishoudster rende rond, onderwijl kirrend: ‘En dan te bedenken dat ik bang was dat we niets te doen zouden hebben behalve die afschuwelijk vervelende dinertjes voor de generale staf, als de admiraal hier was ingetrokken.’
Eindelijk waren de dag en het uur daar. Er werd een grote cirkel van gekleurde grutten op de vloer van de Rode Zaal gestrooid, met daaromheen een ster met een variabel aantal punten, een voor elke ouder of belangrijke getuige om bij te staan, in dit geval vier. Het Barrayaraanse gebruik wilde dat het paar zichzelf in de echt verbond, door hun trouwbeloften binnen de cirkel te geven, zodat ze geen priester of ambtenaar nodig hadden. Om praktische redenen stond er een souffleur, die heel toepasselijk de Souffleur werd genoemd, buiten de cirkel. Hij las het script voor, zodat de zwakken van geest of van zenuwen hem alleen na hoefden te zeggen. Dit maakte hogere hersenfuncties zoals leren en onthouden overbodig bij het gespannen paar. Het verlies van de motorische coordinatie werd gecompenseerd door een vriend voor elk, die hen naar de cirkel leidde. Het was allemaal reuze praktisch, besloot Cordelia, en bovendien schitterend.
Met een grijns en een zwierig gebaar leverde Aral haar af bij haar toegewezen sterrenpunt, alsof hij een boeket neerzette, en nam zijn eigen plaats in. Vrouwe Vorpatril had erop gestaan dat Cordelia een nieuwe jurk liet maken, een lange soepele van blauw-met-witte stof met rode bloemaccenten, in kleur afgestemd op Arals ultraformele rood-met-blauwe ceremoniele uniform. Droe’s trotse en nerveuze vader droeg ook zijn rood-met- blauwe uniform en stond op zijn eigen sterrenpunt. Vreemd oin te denken aan het leger, dat Cordelia meestal associeerde met totalitaire neigingen, als de voorhoede van maatschappelijke gelijkheid op Barrayar. Het cadeautje van de Cetagandanen, noemde Aral dat; hun invasie had promotie op grond van talent in plaats van afkomst noodzakelijk gemaakt, en de golven van die verandering rolden nog steeds door de Barrayaraanse samenleving. Sergeant Droesjnakovi was een kleinere, tengerder man dan Cordelia had verwacht. Ofwel de genen van Droe’s moeder ofwel hun betere voeding had ervoor gezorgd dat al zijn kinderen hem in lengte voorbij waren geschoten. Alle drie de broers, van de kapitein tot de korporaal, hadden zich vrij kunnen maken van hun militaire verplichtingen om aanwezig te zijn en stonden nu in de grote buitenste kring van andere getuigen, onder wie ook Ko’s opgewonden jongere zusje. Ko’s moeder stond op de laatste punt van de ster, huilend en glimlachend, in een blauwe jurk die zo perfect van kleur was dat Cordelia besloot dat Alys Vorpatril ook haar op een of andere manier had weten te vinden.
Kodelka kwam als eerste binnen, ondersteund door zijn stok met de nieuwe schede en sergeant Bothari. Sergeant Bothari droeg de feestelijkste versie van Pjotrs bruin-met-zilveren livrei en fluisterde behulpzame, vreselijk suggestieve raadgevingen zoals: ‘Als je echt misselijk wordt, luitenant, moet je met je hoofd tussen je knieen gaan zitten.’ Alleen al van de gedachte werd Ko’s gezicht groener en vormde zo een opmerkelijk contrast met zijn rood-met-blauwe uniform, dat vrouwe Vorpatril vast niet zou goedkeuren.
Iedereen keek om.
‘Voor mij zul je altijd Droe zijn,’ had Ko beloofd.) Als voornaamste getuige verbrak Aral toen de cirkel van grutten met een veeg van zijn laars en liet hen eruit, en de muziek, het dansen, het eten en het drinken begonnen.
Het buffet was ongelooflijk, de muziek levend, en het drinken… volgens de traditie. Na het eerste plechtige