glas van de goede wijn die Pjotr had gestuurd, wandelde Cordelia naar Ko en fluisterde een paar woorden over Betaans onderzoek over de negatieve effecten van alcohol op het seksueel functioneren, waarna hij overstapte op water. ‘Wrede vrouw,’ fluisterde Aral lachend in haar oor. ‘Niet tegenover Droe,’ mompelde ze terug.
Ze werd officieel voorgesteld aan de broers, nu tevens zwagers, die naar haar keken met dat eerbiedige respect waar haar tanden van gingen knarsen. Hoewel haar kaak zich weer enigszins ontspande toen een van de rijmende broers door zijn vader tot stilte werd gemaand om de bruid de gelegenheid te geven een opmerking te maken over handwapens. ‘Stil, Jos,’ zei sergeant Droesjnakovi tegen zijn zoon. ‘Jij hebt nog nooit een zenuwvernietiger gehanteerd in een gevechtssituatie.’ Droe knipperde met haar ogen en glimlachte toen stralend. Cordelia nam de gelegenheid waar om even met Bothari te praten, die ze nog maar zelden zag nu Aral zijn huishouden had gescheiden van dat van Pjotr.
‘Hoe gaat het met Elena, nu ze weer thuis is? Is vrouw Hysopi alweer hersteld van alle gebeurtenissen?’
‘Het gaat goed met ze, mevrouw.’ Bothari boog zijn hoofd en glimlachte bijna. ‘Ik ben er een dag of vijf geleden geweest, toen graaf Pjotr erheen ging om naar zijn paarden te kijken. Elena, eh, kruipt. Als je haar op de grond zet en even de andere kant op kijkt, zit ze ergens anders als je weer kijkt…’ Hij fronste. ‘Ik hoop dat Carla Hysopi goed op haar let.’
‘Ze heeft Elena veilig door Vordarians oorlog geloodst, dus ik vermoed dat ze de kruipfase ook wel aankan. Moedige vrouw. Ze zou in aanmerking moeten komen voor een van die medailles die ze uitreiken.’
Bothari fronste zijn voorhoofd. ‘Ik weet niet of dat haar veel zou zeggen.’
‘Hm. Maar ze weet toch wel dat ze zich tot mij kan wenden voor wat ze ook maar nodig heeft, hoop ik. Wanneer dan ook.’
‘Ja, mevrouw. Maar op het ogenblik rooien we het aardig.’ Een opflakkering van trots, daar, in die vaststelling van toereikendheid. ‘Het is heel stil op Vorkosigan Surleau, in de winter. Schoon. Een goede plek voor een baby.’ Niet zoals de plek waar ik ben opgegroeid, hoorde Cordelia hem bijna denken. ‘Ik wil dat alles waar ze mee te maken krijgt goed is. Zelfs haar papa.’
‘Hoe gaat het met jou?’
‘De nieuwe medicatie is beter. Mijn hoofd voelt in elk geval niet meer aan alsof het vol watten zit. En ik slaap ’s nachts. Verder weet ik niet precies wat het doet.’
Wat het hoorde te doen, blijkbaar; hij leek rustig en kalm, bijna vrij van die griezelige spanning. Hoewel hij nog steeds de eerste in de zaal was die over het buffet keek en vroeg: ‘Is het de bedoeling dat hij op is?’
Gregor kroop in zijn pyjama langs de rand van de culinaire uitstalling, in een poging er onzichtbaar uit te zien en een paar lekkere hapjes te veroveren voordat hij werd gesignaleerd en weer werd meegenomen. Cordelia was als eerste bij hem, voordat er ofwel een onoplettende gast op hem ging staan ofwel hij weer gegrepen zou worden door beveiligingstroepen in de persoon van het ademloze dienstmeisje en de doodsbenauwde lijfwacht, die Droe moesten vervangen. Ze werden gevolgd door een lijkbleke Simon Illyan. Gelukkig voor Illyans hart was Gregor blijkbaar officieel slechts een minuut vermist geweest. Gregor dook weg tussen haar rokken toen de hyperventilerende volwassenen boven hem opdoemden.
Droe, die had gezien dat Illyan zijn comlink gebruikte, bleek werd en in beweging kwam, meldde zich uit pure gewoonte bij hem. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Hoe is hij weggekomen?’ beet Illyan Gregors bewakers toe, die iets onverstaanbaars stamelden in de trant van: dacht dat hij sliep, en: heb toch steeds goed opgelet.
‘Hij is niet weg,’ merkte Cordelia bits op. ‘Dit is zijn huis. Hij zou toch op z’n minst hierbinnen rustig rond moeten kunnen lopen, waarom heb je anders al die nutteloze bewakers op de muren staan?’
‘Droesjie, mag ik niet op je partijtje komen?’ vroeg Gregor klaaglijk, en hij keek wanhopig om zich heen op zoek naar een hogere autoriteit dan Illyan.
Droe keek naar Illyan, die afkeurend keek. Cordelia verbrak de patstelling zonder aarzelen. ‘Ja, dat mag je wel.’
Dus danste de keizer, onder toezicht van Cordelia, met de bruid, at drie slagroomgebakjes en werd daarna tevreden naar bed gebracht. Een kwartier was alles wat hij wilde, het arme kind. Het feest ging op volle toeren verder. ‘Mag ik deze dans van u, mevrouw?’ vroeg Aral hoopvol naast haar.
Durfde ze het aan? Ze speelden de ingetogen ritmes van de spiegeldans… Dat kon toch niet misgaan. Ze knikte en Aral dronk de laatste slok uit zijn glas en nam haar mee het glanzende parket op. Stap, schuifeling, gebaar; toen ze zich concentreerde, deed ze een interessante en onverwachte ontdekking. Elk van beide partners kon leiden, en als de dansers alert en snel waren, konden de toeschouwers het verschil niet zien. Ze probeerde wat spontaan gestap en geschuifel uit, en Aral volgde vloeiend. De leidende rol sprong tussen hen heen en weer als een bal en het spel werd steeds boeiender, totdat de muziek ophield en zij buiten adem waren.
De laatste sneeuw van de winter smolt weg uit de straten van Vorbarr Sultana toen kapitein Vaagen vanuit het KeiMil contact opnam met Cordelia.
‘Het is zover, mevrouw. Ik heb alles gedaan wat ik in vitro kan doen. De placenta is tien maanden oud en vertoont duidelijk ouderdomsverschijiiselen. De machine kan niet verder worden opgevoerd om dat te compenseren.’
‘Wanneer dan?’
‘Morgen zou prima zijn.’
Die nacht sliep ze nauwelijks. De volgende ochtend dromden ze allemaal het Keizerlijke Militaire Hospitaal binnen, Aral, Cordelia en graaf Pjotr samen met Bothari. Cordelia was er niet zo zeker van dat ze het prettig vond dat Pjotr erbij was, maar totdat de oude man zo vriendelijk was om dood te vallen, zat ze aan hem vast. Misschien zou nog een beroep op zijn redelijkheid, nog een uiteenzetting van de feiten, nog een poging iets uithalen. Hun onopgeloste vijandschap deed Aral verdriet; ze wilde dat de blaam voor het voeden daarvan dan in elk geval Pjotr trof, niet haarzelf.
Vaagens nieuwe laboratorium besloeg een hele verdieping in het modernste gebouw van het complex. Cordelia had hem uit zijn oude lab laten verhuizen vanwege geesten. Kort na hun terugkeer naar Vorbarr Sultana was ze eens binnengekomen voor een van haar frequente bezoekjes en had ze hem bijna verlamd aangetroffen, niet in staat te werken. Elke keer dat hij de ruimte binnenkwam, had hij gezegd, zag hij de gewelddadige en zinloze dood van dokter Henri weer voor zich. Hij kon niet over de vloer lopen op de plek waar Henri’s lichaam had gelegen, maar moest er in een wijde kring omheen lopen; allerlei geluidjes deden hem opschrikken en maakten hem nerveus. ‘Ik ben een rationeel mens,’ had hij met schorre stem gezegd. ‘Die bijgelovige nonsens zegt me niets.’ Dus had Cordelia hem geholpen met het verbranden van een persoonlijke offergave aan Henri in een komfoor op de vloer van het laboratorium, en had ze de verhuizing ingekleed als een promotie.
Het nieuwe lab was licht en ruim, en het spookte er niet. Cordelia trof er een groep wachtende mannen aan toen Vaagen haar meenam naar binnen: onderzoekers die aan Vaagen waren toegevoegd om de technologie van de baarmoederreplicator te bestuderen en geinteresseerde niet-militaire artsen voor verloskunde, onder wie dokter Ritter, Miles’ eigen toekomstige kinderarts en zijn chirurgconsulent. Het wisselen van de wacht. Eenvoudige ouders moesten doorzetters zijn om zich een weg naar binnen te banen.
Vaagen was druk in de weer, gelukkig met zijn belangrijke rol. Hij droeg nog steeds het lapje voor zijn oog, maar beloofde Cordelia dat hij nu heel binnenkort de tijd zou nemen voor de laatste chirurgische ingreep, zodat hij er weer mee zou kunnen zien. Een technicus rolde de baarmoederreplicator te voorschijn en Vaagen bleef even staan, alsof hij probeerde te bedenken hoe hij de juiste dramatiek en plechtigheid kon verlenen aan een gebeurtenis waarvan Cordelia wist dat die zeer eenvoudig was. Hij besloot er een technische lezing voor zijn collega’s van te maken; hij vermeldde tot in detail de samenstelling van de hormoonoplossingen terwijl hij ze in de juiste toevoerkanalen injecteerde, verklaarde de cijfers die hij aflas, beschreef de afscheiding van de placenta die in de baarmoeder aan de gang was, de overeenkomsten en verschillen tussen een geboorte uit de kunstmatige en uit een natuurlijke baarmoeder. Er waren een paar verschillen die Vaagen niet noemde.
‘Als je een koelbox open kunt maken, kun je dit ook.’ Ze pakten allebei een vergrendeling en brachten ze tegelijk omhoog, waarmee ze het steriele zegel verbraken, en tilden het deksel eraf. Dokter Ritter kwam naar