Een placentaoverplaatsing zo laat in de zwangerschap is zelfs voor andere melkwegbewoners lastig. Ik geef toe dat ik wilde dat er tijd was om een ervarener chirurg over te laten komen. Maar die is er niet.’
‘Ja… ja… het kan nog doodgaan, je hebt gelijk. We hoeven nog niet… Maar ik maak me ook zorgen over jou, meid. Is het het waard?’ Was wat wat waard? Hoe kon ze dat weten? Haar longen brandden. Ze glimlachte hem vermoeid toe en schudde haar hoofd, dat pijn deed van de spanning in haar slapen en nek.
‘Vader,’ klonk een hese stem uit de deuropening. Daar stond Aral in zijn groene pyjama tegen de deurpost geleund, met een draagbaar zuurstofapparaat waarvan het slangetje zijn neus inging. Hoe lang stond hij daar al? ‘Ik denk dat Cordelia rust nodig heeft.’ Hun ogen ontmoetten elkaar, over Pjotr heen.
‘Jij hoort toch helemaal niet uit bed te zijn?’ vroeg Pjotr, afgeleid. ‘Kruip er snel weer in, jongen…’ Zijn stem stierf weg in de gang. Later kwam Aral terug, nadat graaf Pjotr eindelijk vertrokken was. ‘Was vader lastig?’ vroeg hij met een grimmig gezicht. Ze stak haar hand naar hem uit en hij kwam naast haar zitten. Ze verplaatste haar hoofd van haar kussen naar zijn schoot en legde haar wang op het gespierde been onder de dunne pyjama, en hij streelde haar haar. ‘Niet meer dan anders,’ zei ze met een zucht. ‘Ik was bang dat hij je van streek maakte.’
‘Het is ook niet zo dat ik niet van streek ben. Ik ben gewoon te moe om gillend over de gang heen en weer te rennen.’
‘Aha. hij heeft je we! van streek gemaakt.’
‘Ja.’ Ze aarzelde. ‘In zekere zin heeft hij gelijk. Ik ben zo lang zo bang geweest, heb zo lang gewacht totdat de Map zou vallen, waarvandaan dan ook. Toen kwam de afgelopen nacht, en het ergste was gebeurd, voorbij… maar het is niet voorbij. Als de klap vollediger was geweest, zou ik kunnen ophouden, het erbij laten zitten. Maar er komt geen einde aan.’ Ze wreef haar wang tegen de stof. ‘Had Illyan nieuws? Ik dacht dat ik zijn stem hoorde, een tijdje geleden.’ Zijn hand bleef haar haar strelen, in een gelijkmatig ritme. ‘Hij was klaar met het eerste verhoor van Evon Vorhalas onder invloed van snel-penta. Hij onderzoekt nu het oude wapenmagazijn waar Evon de soltoxine heeft gestolen. Het lijkt erop dat Evon zich niet zo ad hoc en op eigen houtje heeft uitgerust als hij beweerde. Een majoor van de logistieke dienst die er de leiding had, is verdwenen, weggebleven zonder verlof. Illyan weet nog niet zeker of de man uit de weg is geruimd om Evon zijn gang te laten gaan of dat hij Evon geholpen heeften zich verschuilt.’
‘Misschien is hij alleen maar bang. Als het nalatigheid was.’
‘Hij kan ook maar beter bang zijn. Als hij hier ook maar iets van af weet…’ Zijn hand balde zich in haar haar, hij werd zich ervan bewust dat hij eraan trok, mompelde ‘Sorry,’ en begon haar weer te liefkozen. Cordelia, die zich net een gewond dier voelde, kroop dieper in zijn schoot, met haar hand op zijn knie.
‘Over vader… Als hij je weer van streek maakt, stuur hem dan naar mij toe. Je hoeft die discussie met hem niet aan te gaan. Ik heb hem gezegd dat het jouw beslissing was.’
‘Mijn beslissing?’ Haar hand bleef stil liggen. ‘Niet onze beslissing?’ Hij aarzelde. ‘Wat je ook wilt, ik zal je steunen.’
‘Maar wat wil jij? Iets dat je me niet vertelt?’
‘Ik begrijp zijn angsten wel. Maar… er is iets dat ik nog niet met hem heb besproken, en dat ga ik ook niet doen. Aan het volgende kind komen we misschien niet zo makkelijk als aan het eerste.’
Hij vervolgde: ‘Een van de minder bekende neveneffecten van soltoxinevergiftiging is het ontstaan van littekenweefsel in de testikels, op microniveau. Dat kan de vruchtbaarheid aanzienlijk verminderen, tot nul zelfs. Volgens mijn behandelend arts, tenminste.’
‘Onzin,’ zei Cordelia. ‘Het enige dat je nodig hebt zijn twee willekeurige lichaamscellen en een baarmoederreplicator. Jouw pink en mijn grote teen, als dat het enige is dat ze van de muren kunnen schrapen na de volgende bom, kunnen tot in de volgende eeuw kleine Vorkosigans produceren. Zoveel als de overlevenden er maar willen.’
‘Maar niet natuurlijk. Niet zonder Barrayar te verlaten.’
‘Of Barrayar te veranderen. Verdomme.’ Hij trok zijn hand terug bij haar bitse toon. ‘Had ik er maar op gestaan om meteen de kunstmatige baarmoeder te gebruiken, dan had de baby geen enkel gevaar gelopen. Ik wist dat het veiliger was, ik wist dat de mogelijkheid er was…’ Haar stem brak.
‘Sst. Sst. Had ik… de baan maar niet genomen. Jou maar op Vorkosigan Surleau laten verblijven. Die moordzuchtige idioot Carl maar gratie verleend, om godswil. Hadden we maar in aparte kamers geslapen…’
‘Nee!’ Haar hand klemde zich om zijn knie. ‘En ik weiger om de komende vijftien jaar in een soort bunker te gaan wonen. Aral, deze planeet moet veranderen. Dit is niet te verdragen.’
Was ik maar. Had ik maar.
De operatiekamer zag er schoon en licht uit, hoewel niet zo overvloedig uitgerust als in de rest van de melkweg de norm was. Cordelia lag op haar zweefbed en draaide haar hoofd om zoveel mogelijk details in zich op te kunnen nemen. Lampen, monitors, een operatietafel met een afvoerbak eronder, een technicus die een reservoir met een borrelende, heldere, gele vloeistof controleerde. Ze hield zichzelf streng voor dat dit geen sprong in het diepe was. Het was gewoon de volgende logische stap.
Kapitein Vaagen en dokter Henri stonden in steriele kledij te wachten aan de andere kant van de operatietafel. Naast hen stond de draagbare baarmoederreplicator, een metalen-met-plastic vat van een halve meter hoog, vol met bedieningspanelen en klepjes. De lampjes op de zijkanten gloeiden groen en ambergeel op. Het apparaat was gereinigd, gesteriliseerd, de voedings- en zuurstofreservoirs waren gevuld en het stond klaar… Cordelia keek er met grote opluchting naar. De primitieve Barrayaraanse terug-tot-de-apen-manier van een kind voldragen was enkel een uitvloeisel van het feit dat de rede hier niet over de emotie had getriomfeerd. Ze had zo graag in de smaak willen vallen, aangepast willen zijn, willen proberen een echte Barrayaraanse te zijn…
Vaagen had dat aan Cordelia uitgelegd. ‘Hoe noem je vier grote kerels met knuppels in een donker steegje?’
‘Nou?’
‘Een aanklacht van een Vor-heer wegens een medische fout.’ Hij had gegrinnikt. Vaagens gevoel voor humor was zo zwart als de nacht. Cordelia had hem erom kunnen zoenen. Hij was de enige geweest die de afgelopen drie dagen een grapje had gemaakt in haar aanwezigheid, misschien wel de rationeelste en eerlijkste persoon die ze had ontmoet sinds ze Kolonie Beta had verlaten. Ze was blij dat hij hier was. Ze rolden haar op haar zij en raakten haar ruggengraat aan met het verdovingsapparaat. Een tinteling, en haar koude voeten voelden plotseling warm aan. Van het ene op het andere moment lagen haar benen zo stil als zakken met reuzel. ‘Voelt u dit?’ vroeg dokter Ritter. ‘Wat?’
‘Goed zo.’ Hij knikte naar de technicus en ze legden haar op haar rug. De technicus ontblootte haar buik en zette het sterilisatieveld aan. De chirurg onderzocht haar inwendig, waarbij hij af en toe naar de holovideomonitors keek om de exacte positie van de baby binnen in haar te bepalen.
‘Weet u zeker dat u niet liever in slaap zou zijn als we dit doen?’ vroeg dokter Ritter haar voor de laatste maal.
‘Nee. Ik wil het zien. Dit is de geboorte van mijn eerste kind.’