‘Hij doet het gewoon niet.’

‘Een paar uur geleden was er nog niets aan de hand. Controleer de stroomtoevoer.’

‘Dat heb ik gedaan, meneer.’

‘Laat een technicus komen.’

‘Dat kan niet, zonder het companeel.’

‘O, nee. Laat de gardecommandant hem dan voor je openmaken en kijk of er een in het oog springend probleem is. Bestel dan een technicus via zijn open lijn.’

‘Ja, meneer.’ Kodelka liep achteruit de kamer uit, na een behoedzame blik op de drie gespannen mensen die verstijfd zaten te wachten totdat hij vertrok.

De graaf gaf niet op. ‘Ik zweer dat ik het zal onterven. Dat ding in dat vat in het KeiMil. En wel volledig.’

‘Geen doeltreffend dreigement, meneer. U kunt alleen mij onterven. Bij keizerlijk decreet. Waartoe u dan nederig een verzoek zou moeten indienen bij, eh… mij.’ Zijn scherpe glimlach blonk. ‘Dat zou ik natuurlijk inwilligen.’

De spieren in Pjotrs kaak trokken. Uiteindelijk toch niet de onweerstaanbare kracht en het onverplaatsbare object, maar de onweerstaanbare kracht en een of andere zee van vloeistof; geen van Pjotrs slagen troffen doel, ze plonsden er allemaal machteloos naast. Geestelijke judo. Hij v/as uit zijn evenwicht en maaide nu wild om zich heen om zijn balans te hervinden. ‘Denk aan Barrayar. Denk aan het voorbeeld dat je geeft.’

‘O,’ zei Aral zachtjes, ‘dat heb ik gedaan.’ Hij zweeg even. ‘Wij hebben nooit vanuit de achterhoede leiding gegeven, jij en ik. Waar een Vorkosigan gaat, is het misschien voor anderen minder moeilijk om te volgen. Een beetje individuele… beinvloeding van de maatschappij.’

‘Misschien aardig voor andere melkwegbewoners. Maar onze samenleving kan zich deze luxe niet veroorloven. We kunnen onszelf maar nauwelijks redden. We kunnen het dode gewicht van miljoenen invaliden niet dragen!’

‘Miljoenen?’ Aral trok een wenkbrauw op. ‘Nu extrapoleert u van een naar een oneindige hoeveelheid. Een zwak argument, meneer, een man als u niet waardig.’

‘En,’ zei Cordelia rustig, ‘hoeveel draaglijk is moet elk individu, dat zijn of haar last draagt, toch zelf beslissen?’

Pjotr keerde zich naar haar. ‘Ja, en wie betaalt dit dan allemaal? Het keizerrijk. Vaagens laboratorium valt onder militair onderzoek. Heel Barrayar betaalt voor het verlengen van het leven van jouw monster.’ Geschokt antwoordde Cordelia: ‘Misschien zal het een betere investering zijn dan u denkt.’

Pjotr snoof en liet zijn hoofd halsstarrig naar beneden zakken, tussen zijn magere schouders. Hij keek strak door Cordelia heen naar Aral. ‘Je bent vastbesloten me dit aan te doen. Mijn huis. Ik kan je niet tot andere gedachten brengen, ik kan het je niet verbieden… goed dan. Je wilt zo graag verandering, hier heb je een verandering. Ik wil mijn naam niet op dat ding. Dat kan ik je in elk geval ontzeggen, al is dat het enige.’

Aral tuitte zijn lippen en zijn neusvleugels stonden wijd uit. Maar hij zat roerloos in zijn stoel. De viewer gloeide nog altijd, vergeten in zijn bewegingloze handen. Hij zorgde ervoor dat zijn handen stil en volledig onder controle waren, en dat ze zich niet tot vuisten balden. ‘Uitstekend, meneer.’

‘Dan noemen we hem Miles Naismith Vorkosigan,’ zei Cordelia, die deed alsof ze kalm was terwijl haar maag en darmen in oproer waren. ‘Mijn vader zal er geen bezwaar tegen hebben.’

‘Je vader is dood,’ snauwde Pjotr.

Tot felrood bloedplasma uitgesmeerd in een ongeluk met een ruimteveer, meer dan tien jaar geleden… Soms voelde ze, als ze haar ogen sloot, dat zijn dood nog steeds in magenta en groenblauw op haar netvlies gegrift stond. ‘Niet helemaal. Niet zolang ik leef en me hem herinner.’

Pjotr keek haar aan alsof ze hem zojuist een stomp in zijn Barrayaraanse maag had gegeven. Barrayaraanse plechtigheden voor de doden namen bijna de vorm aan van voorouderverering, alsof herinnering de ziel in leven kon houden. Stroomde zijn eigen sterfelijkheid vandaag kil door zijn aderen? Hij was te ver gegaan en dat wist hij, maar hij kon nu niet meer terug. ‘Niets, maar dan ook niets kan je bij zinnen brengen! Misschien dat dit helpt.’ Hij ging wijdbeens staan, plantte zijn laarzen stevig neer en keek Aral dreigend aan. ‘Maak dat je wegkomt uit mijn huis. Uit allebei de huizen, ook uit Huize Vorkosigan. Neem die vrouw van je mee en vertrek. Vandaag nog!’ Arals blik ging slechts eenmaal rond door het huis van zijn kindertijd. Hij zette de viewer voorzichtig neer en stond op. ‘Uitstekend, meneer.’ Pjotrs woede was gekweld. ‘Gooi je je thuis hiervoor weg?’

‘Mijn thuis is geen plek. Het is een persoon, meneer,’ zei Aral plechtig. Toen voegde hij er schoorvoetend aan toe: ‘Personen.’ Waarmee hij bedoelde: niet alleen Cordelia, maar Pjotr ook. Ze zat voorovergebogen, met buikpijn van de spanning. Was de oude man van steen? Zelfs nu betoonde Aral hem een hoffelijkheid waar haar hart bijna bij stilstond.

‘Je zult je pachtgelden en andere inkomsten uit het familiebezit terugstorten naar het district,’ zei Pjotr wanhopig. ‘Zoals u wilt, meneer.’ Aral liep naar de deur. Pjotrs stem werd zachter. ‘Waar ga je wonen?’

‘Illyan dringt er al een tijdje op aan dat ik verhuis naar de keizerlijke residentie, om veiligheidsredenen. Evon Vorhalas heeft me ervan overtuigd dat Illyan gelijk heeft.’

Cordelia was opgestaan toen Aral dat deed. Ze liep nu naar het raam en staarde uit over het sombere grijze, groene en bruine landschap. Er schuimden witte koppen op het tinkleurige water van het meer. De Barrayaraanse winter zou heel koud worden…

‘Dus je gaat je nu toch een keizerlijk air aanmeten, he?’ zei Pjotr honend. ‘Is dat wat dit is, hoogmoed?’

Aral trok een grimas van diepe ergernis, integendeel, meneer. Als ik geen ander inkomen heb dan mijn halve admiraalssalaris, kan ik het me niet veroorloven nee te zeggen tegen een kosteloos onderkomen.’ Een beweging in de voortjagende wolken trok Cordelia’s aandacht. Ze kneep haar ogen ongerust tot spleetjes. ‘Wat is er aan de hand met die lichtvlieger?’ mompelde ze half tegen zichzelf.

Het stipje groeide en dook op een vreemde manier naar beneden. Het liet een spoor van rook na. Het stuiterde over het meer, recht op hen af. ‘God, zou hij vol bommen zitten?’

‘Wat?’ zeiden Aral en Pjotr in koor, en ze stapten snel naar het raam, Aral rechts van haar en Pjotr links.

‘Hij heeft het kenteken van de KeiVei,’ zei Aral.

Pjotr kneep zijn oude ogen half dicht. ‘O?’

Cordelia bereidde zich geestelijk voor op een sprint door de hal en de achterdeur uit. Er was een soort greppel aan de andere kant van de oprijlaan, als ze daar plat in gingen liggen dan… Maar de lichtvlieger verloor vaart aan het eind van zijn baan. Hij zwalkte en maakte een landing op het gazon voor het huis. Mannen in de livrei van Vorkosigan en in het groen en zwart van de KeiVei omsingelden hem behoedzaam. De schade aan de vlieger was nu duidelijk zichtbaar, een door een plasmaboog ingebrand gat, zwarte roetvlekken, een verwrongen stuurpaneel; het was een wonder dat hij nog kon vliegen. ‘Wie…?’ zei Aral.

Pjotr kneep zijn ogen nog verder samen toen er door de beschadigde kap een glimp van de piloot zichtbaar werd. ‘Goeie goden, het is Negri!’

‘Maar wie is degene naast… Kom mee!’ riep Aral over zijn schouder terwijl hij de deur uitrende. Ze stormden achter hem aan de entree door, de voordeur uit en de groene helling af.

De bewakers moesten de verwrongen kap openbreken. Negri viel in hun armen. Ze legden hem op het gras. Hij had een grillige brandwond van een meter over zijn linkerzij en -dijbeen; zijn groene uniform was gesmolten en weggebrand, en onthulde bloedende witte blazen en opengebarsten vlees. Hij rilde onbeheersbaar. De kleine gestalte die in de passagiersstoel naast hem zat vastgesnoerd, was keizer Gregor. De vijfjarige jongen huilde van angst, niet hard maar gedempt, een hijgend, onderdrukt gejammer. Het maakte een sinistere indruk op Cordelia, zo’n zelfbeheersing bij iemand die nog zo jong was. Hij had moeten gillen. Zij zou willen gillen. Hij droeg gewone speelkleding, een shirt en broek van een zachte, donkerblauwe stof. Hij miste een schoen. Een KeiVei-bewaker klikte zijn veiligheidsgordel los en tilde hem uit de vlieger. Hij schrok terug voor de man en keek vol afgrijzen en verwarring naar Negri. Dacht je dut volwassenen onverwoestbaar waren, kind, dacht Cordelia verdrietig. Ko en Droe kwamen te voorschijn uit hun afzonderlijke schuilplaatsen in het huis om samen met de rest van de bewakers met grote ogen naar het schouwspel te staren. Gregor kreeg Droesjnakovi in het oog, vloog als een pijl uit een boog naar haar toe en greep haar stevig bij haar rok. ‘Droesjie, help!’ Zijn gehuil werd nu bijna hoorbaar. Ze sloeg haar armen om hem heen en tilde hem op.

Aral knielde neer naast het gewonde hoofd van de KeiVei. ‘Negri, wat is er gebeurd?’

Negri stak zijn nog functionerende rechterhand uit en pakte Aral bij zijn jasje. ‘Hij probeert een staatsgreep

Вы читаете De planeet Barrayar
Добавить отзыв
ВСЕ ОТЗЫВЫ О КНИГЕ В ИЗБРАННОЕ

0

Вы можете отметить интересные вам фрагменты текста, которые будут доступны по уникальной ссылке в адресной строке браузера.

Отметить Добавить цитату